Als je als fotograaf geconcentreerd aan het werk bent, vergeet je soms dat er ook nog andere mensen in de buurt kunnen zijn. In dit artikel vier situaties waarin ik argeloze voorbijgangers flink de stuipen op het lijf heb gejaagd.
1 De brug op
In het plaatsje Halfweg (Noord Holland) sta ik op een voetgangersbrug foto’s te maken van Sugar City. De silo’s van deze voormalige suikerfabriek, bekend uit de televisieserie De Fabriek, zijn ’s avonds prachtig verlicht met telkens van kleur veranderende Ledlampen. Tegenwoordig zitten er allerlei bedrijven in deze twee torens.
Omdat er een drukke verkeersader onder de brug doorloopt en het een mooie onbewolkte avond is , kan ik de kleurrijk verlichte silo’s mooi combineren met een strakblauwe lucht, de maan en lichtstrepen van voorbijrazend verkeer.
Om automobilisten niet onnodig af te leiden, blijf ik op bruggen waar mogelijk laag bij het brugdek. Zodat ik niet van verre al te zien ben met mijn camera en statief. Ook fotografeer ik liever niet pal tegen het verkeer in. Omdat voertuigen daardoor onder mij vandaan het beeld in rijden, ziet nagenoeg niemand mij staan en krijg ik mooie rode lichtsporen van de achterlichten in beeld. Komen de auto’s juist op je af, dan zorgen de koplampen meestal voor te felle lichtstrepen.
Toch valt mij een automobilist op die na het passeren abrupt in de remmen gaat en na een lichte aarzeling rechtsaf duikt. Ik vermoed dat hij bijna de afslag had gemist, die bevindt zich namelijk vlak na de brug. Eenmaal uit beeld ben ik hem al snel weer vergeten.
Tot ik vanuit een ooghoek een beweging denk te zien. Ik kijk op en ontdek een schim. Aan de kop van de brug staat iemand half verscholen achter de reling. Hij of zij houdt behoedzaam in de gaten wat ik aan het doen ben.
Eenmaal door mij ontdekt springt een jongeman uit zijn schuilplek tevoorschijn. “Je bent niet van de politie?” vraagt hij argwanend. Ik bevestig dat ik slechts avondfoto’s aan het maken ben.
Zijn gezicht klaart op en hij loopt bijna dansend van opluchting terug naar zijn auto, die ongeveer honderd meter verderop in de berm van de parallelweg geparkeerd staat. Het is de auto die ik daarnet plotseling de afrit zag nemen.
De jongen is tijdens het passeren van de brug blijkbaar hevig geschrokken, hij moet gedacht hebben dat ik een agent was die een snelheidscontrole of iets dergelijks aan het houden was. Zelden heb ik iemand zo opgetogen zien weglopen.
2 Uit de struiken
Van iemand op Facebook krijg ik de tip om ’s avonds The Curve in Amsterdam Noord te fotograferen. Daar aangekomen blijkt het een schitterend en nagenoeg leegstaand gebouw te zijn. Met heel veel gevelglas en van binnen blauw verlicht.
Nadat ik mijn foto’s heb gemaakt, loop ik via een parkeerterrein en een plantsoen terug naar de auto. Mijn camera hangt om mijn nek en het statief is nog uitgeschoven. Al lopende open ik de klemmen van de pootsegmenten en draai het statief abrupt ondersteboven. Dat doe ik altijd zo. Alle pootsegmenten schuiven dan in een paar tellen volledig automatisch naar binnen. Dat is veel sneller dan wanneer je klem voor klem, segment voor segment alles met de hand inschuift.
Mijn methode maakt alleen wel het nodige kabaal. En wat ik niet besef, is dat ik dit precies doe op het moment dat ik uit het donkere plantsoen terug de stoep opstap. Waar op dat moment toevallig net een argeloze voorbijganger loopt.
Geschrokken deinst hij achteruit. Logisch. Een donker geklede man, die met een groot en zwaar voorwerp in de lucht zwaait en met luid geratel uit het donker tevoorschijn springt. Wie schrikt daar niet van.
3 Onzichtbaar
In 2012 zijn de lantaarnpalen van het Vondelpark enkele weken voorzien geweest van een donkerblauwe folie. Dat ziet er schitterend uit en zorgt voor een spookachtige en mysterieuze sfeer.
De folie houdt wel enorm veel licht tegen. Dus kom je uit de verlichte stad het park in fietsen of lopen, dan zie je een tijdje vrijwel niets meer. Er zijn dan ook de nodige ongelukken gebeurd en het project is zelfs vroegtijdig afgebroken.
Het levert wel mooie foto’s op (niet van de ongelukken, maar van het park in een blauwe gloed).
Op een avond parkeer ik mijn fiets op de brede grasstrook naast een vijver. Vanaf die plek heb ik goed zicht op het naastgelegen voetpad en fietspad en sta ik niemand in de weg. Ik stel mijn statief op en begin te fotograferen.
Pas na ongeveer twintig minuten zijn mijn ogen aan het duister gewend en kan ik de omgeving weer goed zien. En dat in een stadspark waar normaliter in ieder geval de paden goed verlicht zijn. Hoe donker het in werkelijkheid is, blijkt als ik door de zoeker van mijn camera kijk. Met een f/4 zoomlens zie ik vrijwel niets en kan ik amper scherpstellen, zelfs handmatig. Het gaat gelukkig een stuk beter met mijn lichtsterke f/1.4 prime van 50 millimeter, die geeft wel beeld.
Donker dus. Zeer donker.
Omdat ik na die twintig minuten weer prima zicht heb, zie ik voetgangers en fietsers al ver van tevoren naderen. Ik kan hier ongestoord fotograferen, werkelijk niemand die mij ziet. Zo ook de twee fietsers die remmen, afstappen en met de fiets aan de hand heel toevallig precies mijn kant op lopen. Luttele centimeters voor de lens blijven ze staan, in de voor hun nog steeds complete duisternis. Ik kuch dus maar even en pas dan ontdekken ze dat ze oog in oog staan met de man achter het statief.
4 Toet, krak
Omstanders schrikken zo te zien vooral ’s avonds mij als het donker is. Toch komt het ook wel eens overdag voor, al is dat een zeldzaamheid. En dan heb ik het niet over de talloze mensen die ontdekken dat ik ze ongevraagd op de foto zet.
Terwijl ik ’s middags straatfoto’s maak, blijf ik een tijdje achter twee toeristen hangen omdat de stoep te smal is om ze te passeren.
Ergens schuin achter mij klinkt plotseling in de verte een claxon. Krap een seconde erna trap ik per ongeluk op een rondzwervend blikje, dat met luidgekraak onder mijn schoen verpletterd wordt. De twee toeristen grijpen elkaar vast en kijken geschrokken om.
Van alleen de claxon of alleen het blikje waren ze niet geschrokken. Het was puur de combinatie van deze twee geluiden, de samenloop van omstandigheden, waardoor ze onbewust gealarmeerd werden.