‘Waar zou je zijn, zonder navigatiesysteem met ingebouwde handsfree telefoon?’
Met deze tekst begon ik enige tijd geleden een column. Welnu, slechts twee weken later weet ik waar ik zou zijn MET zo’n apparaat. Bij de stadsbank van lening, om precies te zijn.
Dat zit zo. In een poging de CD-wisselaar in mijn auto te repareren, hield ik aan het begin van bijna twee weken vrij, zomaar een bosje snoeren in mijn handen. Aan het uiteinde ervan bungelende een printplaatje. Hé! Hoorde dat stukje elektronica er niet in te blijven zitten?
Het leuke van apparatuur is, dat het soms zomaar kapot gaat, zodat je lekker wat nieuws kunt kopen. Bij de aanschaf daarvan wordt mij vaak een extra verzekering aangeboden. Zoals enkele jaren geleden, toen ik een zo-plat-als-een-bed scanner kocht (een flatbed scanner dus). Of ik voor een luttel bedrag enkele jaren een extra verzekering wilde hebben, in plaats van de standaard één jaar garantie. Nou nee. Ik vertelde dat ik juist blij was als het ding na een jaar bezweek. Glazige blikken vielen mij ten deel. Wat zei ik daar nou? Ik lichtte toe dat ik dan tenminste een nieuwe met meer mogelijkheden kon kopen.
Dat was een beetje bluf van mijn kant hoor, om mij niets te laten aansmeren. Die scanner, die werkt nog steeds. Wat heb ik daar nou aan! Want er zijn inmiddels veel betere scanners te koop, terwijl ik dus met dat aftandse ding zit opgescheept! Dáár moeten ze een verzekering voor uitvinden, voor apparatuur die maar niet kapot wil gaan.
Die CD-wisselaar heeft het ook belachelijk lang uitgehouden. Meer dan tien jaar. Lang. Te lang. Het kreng heeft twee auto’s overleefd, dit was zijn derde. Maar nu is het dan eindelijk zover. Ik besluit dat ik deze keer een autoradio wil met een gleuf waar precies één ceedeetje inpast. Geen wisselaar meer in de achterbak.
Dus op naar MediaMarkt. Want om te weten wat er te koop is, moet je daar naartoe. Dat heb ik geweten. Een wand vol autoradio’s. Tientallen! Waarom niet slechts één, dat kiest zoveel makkelijker. Mijn voornemen een goedkoopje te nemen wordt meteen aan diggelen geslagen.
Want de makers van die apparaatjes, van alle apparaatjes trouwens, hebben heel goed begrepen hoe wij in elkaar steken. Ik wil spiegeltjes en ik wil kraaltjes. Ook al weet ik dat ik ze niet nodig heb.
Zo hoeft het frontje niet van geborsteld staal te zijn gemaakt. Het display hoeft niet uit vier kleuren te bestaan. Maar helaas, mijn ogen worden er als vanzelf naartoe gezogen, ze weten feilloos de duurste modellen te vinden.
Ik kijk naar de prijskaartjes. Elk kraaltje, elk spiegeltje, laat de getalletjes snel oplopen. Ik kan driehonderd, maar ook dertienhonderd gulden uitgeven. Het is en blijft een autoradio. Blijkbaar bestaat er zoiets als goedkoop geluid en duur geluid.
Ik zie een mooie JVC radio. Twee modellen zijn nu kanshebber. Ze schelen een tientje. De ene heeft een draaiknop, de andere drukknopjes. Mijn ogen flitsen heen en weer. Ik draai en ik druk. Ik sluit mijn ogen, draai en druk nog een keer. Heel belangrijk, want ik wil het apparaat blind kunnen bedienen. Figuurlijk dan. Ik bedoel natuurlijk blindelings. Het is nog net niet handsfree, maar wel zonder mijn ogen van de weg te halen.
Maakt het wat uit, draaien of drukken? Draaien lijkt mij wat natuurlijker, maar waar maak ik mij nou druk om? Wat een futiliteit! Ik stel de beslissing nog even uit. Want ik bedenk mij ineens dat het geen kwaad kan om te wachten op een betaalbare autoradio die MP3 ondersteunt. Nu kost zo’n ding nog dertienhonderd balletjes.
Waarom MP3? Zodat ik zonder wisselaar toch honderd nummers kan meenemen. Dat is volkomen legaal, zolang ik de originele CD’s zelf maar in bezit heb.
Bij het verlaten van de afdeling valt mijn oog op het navigatiesysteem waar ik niet zonder schijn te kunnen. De cijfers op het prijskaartje branden zich een weg naar mijn hersenen. In euro’s valt het iets mee, maar in guldens kost het ding iets meer dan … twaalf DUIZEND gulden.