Ik tipte het al aan in column ‘Open huis’. Ik ben gisteren beschoten. Zomaar op klaarlichte dag, midden op straat, in de bebouwde kom. Het wordt steeds gekker.
Ik reed vlakbij mijn huis over een lange, kaarsrechte weg. Twee rijbanen gescheiden door een middenberm. Ik kachelde achter mijn voorganger aan. Op zich niet zo gek, het zou juist vreemd zijn als mijn voorganger achter mij aan sukkelde.
Ineens zie ik twee jochies rechts naast de weg staan die de indruk wekten over te willen steken. Ik hield die twee dus angstvallig in de gaten. Dichterbij gekomen bleken er in de middenberm ook twee jochies te staan. Althans, ik zag wat delen van hun kleding, maar ze stonden wat vreemd, hun houding was raar.
Dus ik dacht, die twee links willen naar rechts, of die twee rechts naar links. Ik wilde remmen zodat ze over konden steken, dat is altijd beter dan er twee op de motorkap en twee op het dak te hebben. Maar aangezien er niemand achter mij zat en mijn voorganger juist vlak voor mij zat, leek doorrijden dit keer beter. Soms werkt gas geven nu eenmaal beter, dan duiken mensen juist níet voor je de weg op.
Eigenlijk lette ik vooral op de twee jongens rechts van de weg. Ze wilden toch niet oversteken zag ik. Ze stonden gewoon naar het naderende verkeer te kijken. In mijn ooghoek zag ik iets bewegen en dus keek ik naar de twee knulletjes in de middenberm, die helemaal geen knulletjes bleken te zijn.
Half verscholen achter een brede lantaarnpaal stonden twee mannen. Nou ja, de ene gebukt en de andere rechtop. De meneer in gebukte houding tuurde over een voorwerp dat hij vlak langs de lantaarnpaal op mij richtte. Onwillekeurig schrok ik. Ik werd beschoten!
Pas op dat moment besefte ik wat er aan de hand was en snel keek ik op de meter. Het waren agenten en ze hadden een lasergun. Ik reed inmiddels te hard, want ik had juist voor die twee gasgegeven. Ik gok zo vijfenvijftig, misschien zevenenvijftig.
Bebouwde kom, dus te hard, geen excuus mogelijk. Remmen vond ik kinderachtig, waarschijnlijk was het daar trouwens toch te laat voor. Terwijl de één schoot, schreef de ander iets op. Dus ik zal binnenkort wel een acceptje op de deurmat krijgen.
Ik rijd daar altijd heel netjes, hoewel niemand dat nu zal geloven, dat kan ik begrijpen. Maar ja, je kunt een jaar netjes rijden, desnoods duizend en één goede gedragingen in het verkeer tonen, maar daar word je niet voor beloond. Fouten daarentegen, hoe onbeduidend ze ook zijn, worden meteen bestraft.