“Minister Borst heeft inmiddels alles in gang gezet om alle Nederlandse kinderen preventief in te enten” lees ik zojuist in de krant. Nou, dat zou tijd worden! Het is inmiddels exact een half jaar na de vorige uitbraak in Brabant en Friesland!
Hersenvliesontsteking, nekkramp, de Meningokokken C bacterie. Oude bekenden. Weten we het nog? In augustus 2001 was er paniek. Veel kinderen moesten worden ingeënt nadat nekkramp was geconstateerd. Meteen werden er sussende woorden gesproken. Het viel allemaal wel mee, de ziekte was zó zeldzaam, er stierven zó weinig kinderen aan, er was geen enkele reden om tot collectieve inenting over te gaan. Er was immers geen sprake van een epidemie.
In mijn column ‘Pokkeprik’ deed ik diezelfde maand verslag van mijn boosheid en onbegrip. Vooral de bewering “We gaan niet preventief inenten, want er is geen epidemie” heb ik tot op de dag van vandaag niet begrepen. Dat zou “Juist omdat er nu nog geen epidemie is, gaan wij nu over tot preventieve inenting” moeten zijn!
Maar nee. Paniek en onrust moesten worden voorkomen, we moeten vooral doorgaan met ons dagelijkse leventje. Er zijn namelijk nog veel gevaarlijke bacteriën. Dus waarom ons druk maken om dit specifieke exemplaar?
Nou, da’s heel eenvoudig. Omdat het rondwaart én omdat er een vaccin is! Ik heb Laura vorig jaar meteen laten inenten. Vrijwillig, voor eigen kosten. Gelukkig werkte iedereen prima mee. Gezondheidscentrum, dokter, apotheek. Hier in Amsterdam was het vaccin in die tijd nog redelijk onbekend, dus er moest de nodige navraag worden gedaan en er is heel wat heen en weer gebeld. Niets dan lof voor deze mensen!
In augustus 2001 is Laura preventief ingeënt. Het is nu eind februari 2002. We zijn een half jaar verder en wat is er in de tussentijd gebeurd? Nu zegt mevrouw Borst ineens dat er haast gemaakt moet worden, maar ze heeft wel eerst zes kostbare maanden verspeeld. Leren we het dan nooit?
Er waart een dodelijke bacterie rond. We hebben het niet in de hand. Haast was én is geboden. Nu zijn het nog kleine brandhaarden. Voor je het weet is het een epidemie. Dan komt inenting te laat.