Al meer dan een jaar is het mijn grote wens een tweede digitale camera aan te schaffen. Elvira vindt het flauwekul, want ik heb er toch al een? Daarnaast kosten die dingen een klein fortuin. Toch wil ik er een tweede bij. Een kleintje, die ik altijd in mijn binnenzak bij me kan dragen.
Mijn Olympus C-3030Z digitale camera is nogal groot. Voornamelijk door de handgreep en het lenshuis dat uitsteekt. Een kleine compacte camera is net een klein doosje. Geen uitstekende delen en ze passen in het zakje van je overhemd. Veel fotografen hebben er eentje op zak.
Een grote en ingewikkelde camera zoals de Minolta Dimage 7i blinkt uit vanwege de enorme berg leuke snufjes die het biedt, hoewel ik mij afvraag hoeveel ik daadwerkelijk zal gebruiken. De kwaliteit van de foto’s is vast heel goed. Maar wanneer neem je zo’n omvangrijk apparaat mee? Het is een heel gesleep en met name in Amsterdam zijn er veel plekken waar je beter niet al te opzichtig met dure apparatuur kunt rondlopen. Of, beter gezegd, er zijn maar weinig plekken waar je kunt rondlopen zonder zeker te weten dat je je nieuwste speeltje kwijtraakt. Het is te gek voor woorden, maar het is niet anders.
Ik blijf volhouden dat ik op de meest onverwachte momenten de leukste foto’s maak. Momenten waarop een normaal mens geen camera bij zich heeft. Vandaar dat de Olympus vaak uit voorzorg meegaat, ondanks het formaat. In risicogebieden draag ik de camera onder mijn jas. Het is opmerkelijk dat ik met een dikke bobbel onder mijn jas al menige winkel in en uit ben gewandeld, waaronder MediaMarkt, en nog nooit door de beveiliging staande ben gehouden.
Dankzij alle cameraproblemen tijdens de vakantie en het bijbehorende slechte humeur (zie onder andere mijn column “Onzichtbare foto’s“), gaat Elvira plotseling overstag: ‘koop nou maar zo’n vod!’ roept ze geïrriteerd. Ik schud mijn hoofd. Het is mooi geweest. Ik stop ermee. Ik ga terug naar de goede oude analoge fotografie.
Dan maar avonden gevuld met rolletjes scannen en daarna nog veel meer avonden gevuld met vlekjes wegwerken in Photoshop. Of nog beter, ik stop er helemaal mee. Einde hobby fotografie. Ik beperk me tot schrijven. Voor schrijven is een velletje wc-papier en een stompje potlood voldoende. Past prima in mijn borstzakje.
Twee dagen later heb ik een Canon Powershot S40 in mijn bezit. Niet voor erbij, maar als vervanging van. De Olympus gaat eruit. Dankzij mijn recente belevenissen. Ik wil één camera hebben en die moet handzaam zijn.
Achteraf denk ik dat de laptop de schuldige van mijn SmartMedia problemen is geweest. Ik voel een lichte spanning als ik over de behuizing strijk en denk daarom dat de geheugenkaart telkens een optater krijgt. Daardoor raak ik af en toe een foto, of zelfs de complete inhoud van het kaartje kwijt. Waarschijnlijk.
In dat geval is de camera onschuldig en prima in orde. Toch blijft het vreemd dat ik alleen tijdens vakanties foto’s kwijtraak. Ik gebruik zo’n zelfde kaartje om (gewone) bestanden tussen PC en laptop uit te wisselen en dat gaat altijd goed.
De Canon past prima in mijn jaszak en – geloof het of niet – de kwaliteit van de foto’s is vele malen beter. De techniek is in twee jaar tijd enorm vooruit gegaan. Hopelijk zijn de CompactFlash kaartjes die erin passen stabieler dan die dunne postzegels genaamd SmartMedia.
De wet van behoud van ellende speelt wel door mijn hoofd. Ik weet welke problemen ik met de Olympus had. Ik ben benieuwd wat er met deze nieuwe camera allemaal fout zal gaan. Hopelijk niets. Ik hoop op het beste, maar vrees het ergste.