
Dat ik dat nog mag meemaken. De compact camera is weer helemaal in! Wel bij een heel specifieke doelgroep, maar toch. Zelf heb ik eigenlijk bijna altijd een kleine camera naast mijn grote(re) camera’s gehad. Al in mijn analoge tijd, en dan spreken we voornamelijk over vorige eeuw, want in augustus 2000 kocht ik mijn eerste digitale camera.
De reden is eenvoudig. Een grote camera heb je nu eenmaal niet altijd bij je, terwijl je een compact camera gewoon in je jaszak of tas stopt, zodat het toestel nagenoeg overal mee naartoe gaat. Dat is maar goed ook, want ik weet uit ervaring dat veel mooie, bijzondere en ontroerende fotomomenten zich op onverwachte momenten aandienen. Dan pak je snel je compact camera erbij, terwijl dat grote toestel werkeloos thuis ligt.
Klein, licht en handzaam
Stiekem vind ik het ook veel leuker om met kleine camera’s te fotograferen. Ze zijn lekker licht, handzaam, discreet en vaak ook nog eens verrassend veelzijdig. Met één zo’n klein apparaatje op zak kun je enorm veel doen. Terwijl je bij een grote en zware camera zoals een spiegelreflex of systeemcamera al snel met allemaal eveneens loodzware en grote lenzen loopt te zeulen en je voor je het weet een lijvige fototas met je mee draagt. Mijn voorkeur voor compacte toestellen komt misschien ook doordat ik een hekel heb aan gesleep met grote en zware (foto)spullen. Altijd al gehad.
Analoog
Al in mijn analoge tijd had ik dan ook (onder andere) een Pentax Espio en een heel kleine Canon Ixus (eerste model, een APS camera met drie fotoformaten, APS-C, APS-H en APS-P, wie kent het nog). Eerst naast mijn Olympus OM10 en later bij mijn Minolta Dynax 7000i spiegelreflex. Van alle analoge camera’s heb ik overigens lang geleden al afscheid genomen.
Alleen toen ik met mijn allereerste camera rondliep, een heuse Zenit B die ik ergens tijdens de lagere schooltijd van mijn ouders cadeau kreeg voor mijn verjaardag, was dat om begrijpelijke redenen mijn eerste én enige camera.
Over op digitaal
Toen ik in het najaar van 2000 mijn allereerste digitale camera kocht (een Olympus C3030Z, ik heb speciaal gewacht op een camera met drie megapixels, in plaats van de twee megapixels die toen min of meer gangbaar was), gebruikte ik die naast mijn analoge fotocamera’s. Dat is ook niet zo gek, want deze digitale camera kostte maar liefst 3000 gulden. Als we toen al euro’s hadden gehad, zou je dat bedrag grofweg kunnen halveren.
Peperduur dus en dan koop je er niet ook nog een tweede, kleinere digitale camera bij. Daarnaast was die C3030Z toch al vrij klein en lekker licht, dus die kon ik nagenoeg altijd meenemen. Helaas heb ik de nodige problemen gehad met deze camera. Als je goed zoekt zijn de talloze, soms best vermakelijke columns die ik er in die tijd over schreef nog steeds op deze website te vinden.
Compact camera voor erbij
Ik zal je niet vermoeien met de vele digitale compact camera’s die ik sinds 2000 heb gehad, want dat zijn er nogal wat. De essentie is dat vanaf het moment dat de digitale spiegelreflex enigszins betaalbaar werd (voor mij was dat in 2006), ik daar vrijwel altijd ook een digitale compact camera naast had. Elke paar jaar stapte ik over op weer een nieuw modelletje, omdat de techniek dan flink was verbeterd.
Want vergeet niet, we hebben het hier over de begintijd van de digitale camera, er werden jaarlijks grote stappen gezet. Altijd was ik op zoek naar een compromis tussen formaat, beeldkwaliteit en prijs. Liefst zo klein en goed mogelijk, maar ook weer niet te duur.
Omgaan met beperkingen
Natuurlijk hadden al deze compact camera’s de nodige beperkingen, vooral die uit de begintijd. Het zoombereik was vaak beperkt en de beeldsensor was enorm klein, terwijl de lichtsterkte en de beeldkwaliteit ook nog eens zichtbaar achteruit gingen tijdens het inzoomen. In het donker presteerden ze al helemaal middelmatig tot slecht.
Maar hé, je hebt ze altijd bij je en maakt er de leukste en uniekste foto’s mee. Ook op plekken waar je met een grote(re) camera niet welkom bent. Ik heb er dan ook altijd veel plezier van gehad en er enorm veel leuke, mooie en waardevolle foto’s mee gemaakt.
Gelijkwaardig
Het was pas in 2013, toen de Ricoh GR uitkwam, dat ik eindelijk een compacte camera had die nagenoeg gelijkwaardig was aan mijn grote digitale spiegelreflex. In die tijd was dat een Canon 5D Mark II. Dus niet zomaar een toestelletje voor ‘erbij’, maar eindelijk een volwaardig toestel zonder compromissen te sluiten. Nog steeds is dit mijn favoriete camera. De mooiste, leukste en meest veelzijdige camera die ik ooit heb gehad.
Een zoomlens zat er niet op, en dat is in het begin even wennen (je leert er wel beter door fotograferen!), maar de beeldsensor was even groot én goed als die in veel van de toenmalige spiegelreflexen – en dat gewoon op zakformaat! Ook zakelijk heb ik hier enorm veel mee gefotografeerd. Het was bijna letterlijk een spiegelreflex op zakformaat.
Wat nu?
Zou ik nu nog steeds een compact camera kopen? Persoonlijk niet nee, die rol is allang overgenomen door mijn smartphone. Die heb ik toch al bij mij en de beeldkwaliteit is vele malen beter dan de doorsnee compact camera (zeker die van toen). In veel situaties benadert de beeldkwaliteit van mijn telefooncamera zelfs die van een digitale spiegelreflex of systeemcamera en dus ook van de Ricoh GR (momenteel is de Ricoh GR III uit alweer 2019 gangbaar, het wachten is op model nummer vier, als die tenminste ooit uitkomt).
Dat ik niet van plan ben er eentje te kopen is overigens goed nieuws. Compact camera’s zijn tegenwoordig namelijk erg schaars en soms betaal je voor een tweedehandsje fors meer dan de nieuwprijs! Ook nieuwe modellen en niet al te oude cameraatjes zijn niet aan te slepen. Fabrikanten kunnen het niet bijbenen en bij camerawinkels wordt gewerkt met wachtlijsten. Zelfs voor ouwetjes – en dan bedoel ik echt oude compact camera’s – worden onwerkelijke bedragen neergelegd.
Nieuwe beleving
Dat de compact camera momenteel mateloos populair is onder een voornamelijk nieuw en jong(er) publiek begrijp ik heel goed. Zelfs hele oude cameramodellen die ik nog van ‘vroeger’ ken. Allereerst hebben veel van deze kopers nog nooit een traditionele camera in handen gehad. Geen spiegelreflex, geen systeemcamera, maar ook geen compact camera.
Daarmee is het een compleet nieuwe ervaring en met een ‘echte’ camera werken is en blijft nu eenmaal erg leuk en prettig om te doen. Een camera is dan ook specifiek gemaakt om foto’s mee te maken (oké en steeds vaker ook voor filmpjes). Het toestel ligt lekker(der) in de hand, er zitten allemaal handige en interessante knoppen en draaiwieltjes op en ga zo maar door.
Ander soort foto’s
Ook legt een (compact) camera de wereld op een andere manier vast dan een smartphone. Wat vast een openbaring is als je dat nooit eerder hebt gezien en meegemaakt. Voor mij persoonlijk zou dat alleen maar een achteruitgang betekenen. Ik ben juist zo blij dat smartphones tegenwoordig zo goed zijn en dat ze bijvoorbeeld ook onder lastige lichtomstandigheden heel mooie foto’s kunnen maken. Zoals bij een groot verschil in contrast en zelfs in het donker. Hoe anders was dat met de telefoons van een jaar of zeven geleden! Toen waren ze aanzienlijk slechter dan de toenmalige compacts. Nu is dat omgekeerd, de laatste jaren zijn smartphonecamera’s juist vele en vele malen beter.
Terug naar af?
Vergeet daarbij niet dat ik de opkomst van de digitale fotografie en digitale camera’s van heel dichtbij heb meegemaakt. Tot ver in 2013 (inderdaad, tot de Ricoh GR uitkwam) heb ik continu moeten leren omgaan met de toen nog zeer beperkte mogelijkheden en aanzienlijk lagere (lees: vaak belabberde) beeldkwaliteit van dit soort toestellen.
Vanaf eind 2000 heb ik continu een stijgende lijn doorgemaakt op het gebied van beeldkwaliteit en mogelijkheden, door steeds maar weer een betere digitale (compact) camera te kopen. Ga ik nu terug naar een toestel uit die tijd, dan zou ik alleen maar een flink sprong terug maken. Waarom zou ik dat willen?
Dus nee. Deze opleving is niet voor mij. Al ben ik wel blij dat er eindelijk weer leven in de compact camera zit en er nu zelfs hier en daar een compleet nieuw toestel uitkomt. Zoals onlangs de Canon PowerShot V1. Eerdere nieuwe modellen van bijvoorbeeld Sony en Canon waren vooral gericht op vloggers en dat zijn toch net even andere toestellen.
Van groot naar klein
Ik blijf volhouden dat een klein toestel naast je grote camera echt een aanrader is. Dan spreek ik wel vooral beroepsfotografen en enthousiaste / serieuze amateurfotografen aan. Daarom ook liefst een volwaardige compact camera zoals de Ricoh GR (III) of Fujifilm X100 (VI). Omdat deze camera’s een zeer hoge beeldkwaliteit hebben, vergelijkbaar met de systeemcamera’s waar deze beroeps- en enthousiaste amateurfotografen toch al mee rondlopen. Heb je geen andere (systeem)camera maar alleen je telefoon? Ook dan is dit een zeer goede keuze.
Wat brengt de toekomst?
Stiekem blijf ik (en met mij vele anderen) hopen op een opvolger van de Sony RX100. Een leuke en zeer compacte camera met een relatief grote beeldsensor en ook nog eens een mooi zoombereik, waar ik ooit het allereerste model van heb gehad. Dat was vlak voordat de eerste Ricoh GR met grote APS-C sensor uitkwam, die mijn RX100 meteen weer overbodig maakte.
Of wie weet komt dit jaar dan eindelijk de langverwachte Ricoh GR IV uit. Ik weet niet of ik de verleiding dan kan weerstaan. Al zet ik anno 2025 veel liever in op mijn smartphone. Ook daar komt elk jaar een nieuw model van uit, al is jaarlijks vervangen – net als vroeger met compact camera’s – mij wat te veel van het goede.