Een columnist heeft een mening die hij of zij graag en nadrukkelijk uitdraagt en gelukkig mag je als columnist veel dingen zeggen zonder meteen een proces aan je broek te krijgen. Toch is niets zo groot als de bek van de beginnende columnist.
Kijk! Daar hebben we de zoveelste Wannabee columnist. Zittend in de kroeg ziet hij of zij plotseling het licht: ik word columnist! Roem en rijkdom, en een lekker lui leventje komen mij toe. Een van zijn eerste, zoniet dé eerste column, gaat over… heel toepasselijk, maar weinig origineel… het schrijven van een column.
Net als bij iedereen die hem voorging, beginnen zijn zinnen steevast met ‘een column moet / mag niet’ en ‘een columnist moet / mag niet.’ Want je begrijpt, deze columnist begint weliswaar, de fijne kneepjes van het vak beheerst hij uiteraard al meteen in ruime mate.
Wat zeg ik, hij is columnist met hoofdletters en een uitroepteken aan het eind. Zijn kennis stelt hij dan ook graag beschikbaar, vooral aan hen die de kweekvijver reeds zijn ontgroeid. Niet altijd, maar opvallend vaak, verdwijnt zo’n overijverige columnist even snel weer in de anonieme massa als waar hij kort ervoor op onverklaarbare wijze uit tevoorschijn is gekomen.
Op veel internetsites valt op dat beginners een nogal grote mond opzetten zodra het gaat over schrijven. Een man of vrouw waar niemand ooit van gehoord heeft, laat staan iets van heeft gelezen, komt met een column die nog het meest lijkt op het opstel van een basisscholier, en waarin alleen de toon en het volume van de schrijfstem opvalt.
Als een baby die nog voor het van de navelstreng is bevrijdt al een bul opeist. Waarom denkt zo iemand alles te weten, zelfs nog beter dan wie dan ook? Vooral het belerende toontje van moeten en niet mogen in zo’n column irriteert mij mateloos. Hoe een column moet zijn of juist niet moet zijn, bepaalt hij dat?
Ik dacht het niet. Een échte columnist, een échte schrijver, is geen slaaf van regels. Laat zich niet in een hokje persen. Bereidt zich terdege voor, leert en leest veel over zijn hobby of vak – en schrijft. Weet wat hij wel maar ook wat hij niet met zijn tekst wil bereiken. Hij ziet regels meer als elastiek dan als handboeien. Buig, rek, zoek de spanning. En mocht het elastiek dan toch knappen…