Geplaatst op

Column: De schone vaat

Lang, heel lang geleden deed ik de afwas nog met de hand. Serieus. Voor de jongeren onder ons die dit helemaal niets zegt: wasteiltje in de gootsteen plaatsen, warm water erin, scheutje afwasmiddel erbij en poetsen maar (met een afwasborstel).

Uit de kraan een dun straaltje lauw water laten stromen, vlak buiten de rand van de wasteil, zodat de net schoongepoetste spulletjes netjes sopvrij gemaakt kunnen worden en ondertussen het teiltje niet overloopt. Eenvoudig, primitief, doch hoogst effectief. O ja, voor ik het vergeet, na deze schoonmaakbeurt is alles kleddernat, dus afdrogen met een vaatdoek – een soort handdoek maar dan voor servies en dergelijke – is noodzakelijk.

Hoewel het – bijvoorbeeld na het avondeten – slechts een kwartiertje tijd kostte om deze vaak gehate activiteit uit te voeren, stapelden de vuile borden en glazen en bestek zich bij mij niet zelden gedurende enkele dagen op. De aanblik van een aanrecht vol met vuile spullen zorgde uiteraard voor nog meer tegenzin en extra veel vertraging in het wegwerken ervan.

Ook de stapel troep aan het einde van een leuke verjaardag zag er meestal weinig aanlokkelijk uit. Gelukkig zijn er vaatwassers uitgevonden. Alle troep erin, een beetje poeder of een blokje erin, eens in de zoveel tijd wat zout en glansmiddel bijvullen en draaien maar. Ik heb door de tijd heen allerlei mensen de onderscheiding ‘mijn beste vriendje’ aan dit apparaat horen uitreiken. En natuurlijk is zo’n ding erg handig.

Toch levert deze machine wat ongemak op. Hij maakt nogal wat herrie – vooral als je een open keuken hebt – en hij staat al snel een uur of meer te stampen. Beladen kan ook problemen opleveren. Die van mij heeft twee etages, met elk een grote draaiende sproeiarm. Het is handig als die vrij kunnen blijven draaien.

Lange pollepels en grote koekenpannen kunnen roet in het eten gooien en het is altijd een heel gevogel om alles redelijk efficiënt in de twee manden te proppen. Ervaring helpt, na een tijdje wist ik precies wat, waar en hoe geplaatst moest worden, zodat er in één wasbeurt zoveel mogelijk kan worden meegenomen.

Vandaag waren de tabletjes weer eens op. Dus op naar de supermarkt, ik moest toch nog het nodige in huis halen. Op de automatische piloot duwde ik de kar naar het bewuste schap en pakte een kartonnen doos vol met zeeptabletjes. Halverwege de kar haperde mijn arm ineens. Want wat zag ik daar? Een voordeelverpakking. Is dat even mazzel hebben, dat moet een hoop geld schelen.

Normaal kijk ik nooit naar de prijs, ik moet het toch hebben, maar nu was ik alert gemaakt door fel rode letters die het woord “Voordeelverpakking” vormden. Nieuwsgierig geworden keek ik naar de prijs en voelde hoe zich een brok in mijn keel vormde. Zo duur!?!

Aha, ineens had ik het door. Het was een extra groot pak, dus er zitten heel veel tabletten in en toch is het maar ietsjes duurder. ‘Ietsjes duurder,’ herhaalde ik ongemerkt hardop, als een soort mantra. ‘Vijfenzeventig pillen voor vijfentwintig gulden’, las ik op een klein bordje bij het schap. Hoeveel was dat per stuk? Rekenen zonder elektronisch hulpmiddel, dat valt nog niet mee.

Ik zag een pak van het “huismerk” staan en dat kostte minder dan tien gulden, en dat voor vijftig tabletten. Uit protest plaatste ik dat pak demonstratief bovenop mijn andere boodschappen.

Ik liep al weg, bedacht mij ineens iets en schoof langzaam terug naar de lange rij met poeder, gel en tabletten bedoeld voor de afwasmachine. Zou het nog bestaan? Jazeker! Ziedaar: minder dan drie gulden voor wat altijd het duurste – en in de reclame destijds als zuinigste genomineerde – afwasmiddel voor de handwas was. Hoeveel kneepjes zouden er uit één zo’n fles gaan? Zeker weten dat het er meer dan honderd waren.

Daarbij vergeleken is machinaal afwassen onevenredig duur. Allereerst is daar het apparaat zelf. Die is prijzig, ook al gaat het om een eenmalige uitgave. Dan moet je nog met de regelmaat van de klok glansmiddel (zeven gulden) en zout (twee gulden, maar dan wel het goedkoopste pak) bijvullen. En per wasbeurt heb je die peperdure tabletten, poedertjes of gels nodig. Plus niet te vergeten: de nodige kilo’s watten van de Nuon of de Essent per wasbeurt.

Die vaatwasser kan dan wel je beste vriend zijn, het is een hele dure.