Twee meiden in bikini zitten op de rand van een steiger. Al pratende kijken ze om zich heen, woelen met de voeten door het water en pikken alle leuke jongens in en rond het water er feilloos tussenuit. Een knul in beige boxershort komt over de steiger aangewandeld. Een hand verstopt in zijn broekzak. Een bekertje bier in de andere hand. Vlakbij het tweetal recht hij zijn rug en schraapt zichtbaar al zijn moed bij elkaar.
Hij richt zich tot het meisje met het lichtbruine haar, ze krijgt een stevige hand van hem. Meteen steekt hij een ellenlang monoloog af. Het meisje knikt lichtjes en lacht een beetje met hem mee. Haar vriendin woelt ondertussen verveeld met haar voeten in het water en staart in de verte alsof daar enorm veel interessants is te zien. Ze schrikt als ze ook een hand toegestoken krijgt. Ditmaal als afscheid. Snel, vluchtig en zonder dat de jongen haar ook maar aankijkt.
Nonchalant loopt hij terug naar de wal en neemt al lopende een flinke slok uit zijn bekertje. De meiden kijken hem giechelend na. Vlakbij de oever aangekomen zwaaien zijn armen plotseling wild door de lucht, waarna hij een sierlijke, maar ongetwijfeld pijnlijke spagaat maakt. De meisjes kijken elkaar met grote ogen aan, slaan verschrikt een hand voor de mond en liggen dan dubbel van het lachen. Met moeite slagen ze erin hun proestende geluiden binnen te houden. De jongen krabbelt snel weer overeind en ontdoet zich van het verkreukelde bekertje. Zo statig als mogelijk loopt hij door.
Pas terug op het grasveld naast de steiger durft hij, gesterkt door de stilte achter hem, steels achterom te kijken. De hoop dat zijn valpartij onopgemerkt is gebleven straalt van zijn gezicht. Inderdaad hebben beide meiden hun blik van hem afgewend. Of beter gezegd: ze kijken expres strak de andere kant op, waarbij ze vooral elkaars blikken krampachtig proberen te ontwijken. Hun schouders schokken nog zachtjes na van het lachen. Zijn hoop is dan al veranderd in argwaan en hij weet dat hij het onvermijdelijke onder ogen moet zien. Zijn schouders zakken omlaag en van de rechte rug is nog maar weinig over.
