En? Waar blijven de biljetten? Ik loop al twee weken met een vracht aan klinkende munten rond, die ik tot nu toe alleen aan anderen mag laten zien (want nog niet mee mag betalen), waar ik het schaarse december zonlicht op mag laten reflecteren, waarmee ik van Postbus 51 thuis het “zullen we even oefenen met wisselen” spel mag doen én waar Laura haar speelgoedkassa graag mee wil vullen.
Ik durf niet te beweren dat ik elke munt inmiddels blindelings herken. Vooral omdat ze zo op elkaar lijken en ook omdat mijn verkleumde vingers niet zo goed zijn in het waarnemen van ribbeltjes, groeven en kartels.
En de biljetten? Allemaal leuk en aardig, maar de bedoeling was toch dat ik voorbereid zou zijn op de komst van de Euro? Waarom mag ik dan wel wennen aan de munten en niet aan de biljetten? Waar kan een mens nou beter mee belazerd worden: met munten of met biljetten?
Als het aan mij ligt, heb ik liever dat iemand een nep munt in mijn hand duwt, dan een nep briefje van vijftig. Eén – of aannemelijker twee – januari gaan allerlei mensen briefjes in mijn handen stoppen (om je te troosten, alleen maar als ik zelf eerst een briefje van meer waarde in hun handen stop, zo makkelijk is rijk worden nou ook weer niet) en hoe weet ik dan of het wel echte zijn? Elke idioot met een computer heeft tegenwoordig zijn eigen huisdrukkerij.
Om ons te helpen staan de biljetten op de achterkant van de Eurokit afgebeeld. Alsof ik daar oog voor heb, met al die glimmende munten binnenin. Wat dat betreft ben ik net een ekster en scheur ik die munten er meteen uit. Het is dat ik een column wilde schrijven, anders was het kartonnetje rechtstreeks in de papierbak gegaan.
Afgaande op de achterkant van de Eurokit is er goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat de eurobiljetten de felle kleuren van onze vertrouwde guldenbiljetten hebben gekregen. Het slechte nieuws is dat de kleuren volledig door elkaar gehusseld zijn.
Kortom, daar gaan we binnenkort flink mee het schip in. Wat eerst een blauw tientje was, is straks €20 (vierenveertig gulden!) en wat eerst een oranje vijftigje was, wordt ineens vijftig euro. Effe oplette dus, zoals de Hagenezen zo treffend zeggen.
Slechts één zijde van de biljetten staat op de eurokit afgebeeld. Hoe ziet de andere kant eruit? Hoe groot zijn ze, hoe voelen ze aan, hoe dik zijn ze? Geen idee. Staat vast op wee o wee euro punt nl, maar daar gaat het mij niet om. Ik wil ze hebben. Ik wil ze vasthouden. Ik moet er toch aan wennen?
Nu ben ik verplicht om begin volgend jaar stilletjes naar een geldautomaat te sluipen en moet ik maar hopen dat in ieder geval mijn eigen bank mij echte briefjes geeft. In de nieuwe gids van Wehkamp zag ik dat ik een europen kan kopen. Daarmee kan ik een streepje op een eurobiljet zetten om te bepalen of het echt is.
De kans is dus groot dat alle biljetten over enkele maanden een geheel nieuw uiterlijk hebben gekregen. Vol met streepjes, lijntjes, cirkeltjes, sterretjes, Smileys, SMS-achtige afkortingen en noem maar op. Herkent de parkeerautomaat ze ineens niet meer!
Ideetje, misschien kunnen ze die biljetten in het vervolg compleet met echtheid-streepje afdrukken?