De wekker gaat en met tegenzin sta ik op. Ik ben bekaf, maar moet nog één dag. Het zijn twee zware weken geweest. Laura is vier geworden en heeft haar verjaardag gevierd, thuis en op de peuterspeelzaal. Elke dag heeft ze haar schoentje gezet en iets van Sinterklaas gehad. Ze heeft vier wen-ochtenden gehad op school, twee Sinterklaasfeesten meegemaakt en afscheid genomen op de peuterspeelzaal.
Sinds twee dagen – twee hele dagen – zit ze op school. De echte school. Dit alles heeft veel, heel veel indruk gemaakt op het kleine meisje. Dat is dan ook goed te merken aan haar gedrag. Ook aan haar slaapgedrag.
Elvira en ik hebben dus alle reden om moe te zijn. Gelukkig volgt nu een iets rustigere periode, zodat huize Krick een beetje tot rust kan komen. Op deze vrijdagochtend loop ik slaperig de trap af, blij dat ik mezelf een extra uurtje slaap heb gegund (hoewel ditmaal met een speciale reden) en gluur nieuwsgierig door een kier van het gordijn.
Yes! De voorruit van de auto is beslagen. Dat ziet er goed uit! Ik ben meteen wat opgewekter en maak een karig ontbijtje klaar. Van buiten komen schrapende geluiden. Oops. Geen beslagen ruiten, maar bevroren ruiten. Dat wordt ook voor mij krabben. Toch is het een gunstig teken en na een kleine inzinking hervind ik langzaam mijn vrolijke bui.
Na de voorgeprogrammeerde handelingen van de vroege ochtend te hebben afgewerkt (vaak – te vaak – heb ik mij afgevraagd waarom we zoveel dingen elke dag opnieuw moeten doen), vertrek ik met vers gekrabde ruiten richting snelweg.
Even ben ik bang dat ik pech heb, maar dan zie ik in het schijnsel van een lantaarnpaal toch enkele dunne slierten rondwaren. Misschien ga ik toch geluk hebben!
Vlakbij afslag Ouderkerk aan de Amstel op de A9 moet ik een beslissing nemen: rijd ik door, of ga ik er vanaf? Ik aarzel, maar weet dat ik beter het onzekere voor het zekere kan nemen. Bij twijfel, gewoon doen. Met genoegen zie ik even later dat ik de juiste beslissing heb genomen. In de verte zie ik, heel laag bij de grond, een grijze waas. Terwijl ik de polders induik, word ik opgeslokt plotseling door een dikke deken van mist.
Ik weet niet waarom, maar dat hoeft ook niet. Feit is, dat als de voorruit van de auto ’s morgens beslagen is, de kans levensgroot is dat er op deze specifieke plek langs de A9 mist hangt. Soms zijn het dunne flarden, andere keren is er een witte muur en lijkt het net of ik aan het einde van de wereld sta.
Vandaag is er net iets te veel mist naar mijn smaak, maar het ziet er nog steeds veelbelovend uit. Waarom? Zoals je weet maak ik graag foto’s. Dat uit zich vandaag in het vreemde verschijnsel dat ik om kwart voor acht in de morgen, in het donker (de zon is nog onder), met moonboots aan (vanwege het moeras waar ik straks doorheen moet), naast een sloot en een met rijp bedekt weiland sta te verkleumen. Wachtend op licht.
In de tijd dat mijn digitale camera kapot was, heb ik op vrijwel dezelfde plek foto’s gemaakt met een analoge camera en deze ingescand. Het zijn mooie foto’s, maar ik vind ze te korrelig. Daarnaast komen reflecties op bijvoorbeeld water niet goed uit de verf (lees: uit de scanner).
Vandaar mijn dwangneurose om het met de digicam nog eens dunnetjes over te doen. Alleen wordt het in deze tijd van het jaar pas laat licht en dan zit ik meestal al op het werk. Vandaar dat ik de wekker bij uitzondering toch maar een uurtje later heb gezet en nu in het halfdonker sta te wachten.
Langzaamaan wordt het lichter en ik vermaak mij prima. Ik schiet hier en daar wat foto’s en rijd met de auto over allerlei leuke landweggetjes. Het is een vreemd idee dat ik straks gewoon aan het werk moet. Maar voorlopig snuif ik nog frisse, mistige lucht op. De zon begint de mist te kleuren. Lichtbruin, oranje, rood.
Opvallend is dat op dit soort momenten, juist nu elke seconde telt, allerlei mensen ineens de behoefte krijgen om mij aan te spreken. Zo ook nu. Terwijl ik een foto van een wazige molen tussen wazige bomen in een wazig weiland maak, blijft een auto met ronkende motor achter mij stilstaan (ik sta in de berm).
Waarschijnlijk iemand die niet langs mijn half op de weg geparkeerde auto durft. Maar ja, de berm is hier nogal zacht en het is een lange wandeling naar mijn werk in Zuidoost, vandaar.
Maar nee, de man achter het stuur vindt het uitzicht ook mooi. Na enkele beleefde antwoorden ga ik snel weer verder, want het gaat op dit moment erg snel. Eén minuut maakt een wereld van verschil. Veranderend licht, meer of andere kleuren, vervagende mistflarden, en ga zo maar door.
Niet veel later draai ik exact honderd foto’s rijker – overigens gaat tweederde hiervan later de Windows prullenbak in, alleen de mooiste blijven op mijn harddisk staan – en met een voldaan gevoel de A9 op, op weg naar mijn werk.