“Waar zou u zijn, zonder navigatiesysteem met ingebouwde handsfree telefoon?”
Nou, gewoon hier! Bij een benzinepomp in Weert, waar ik bovenstaande tekst tijdens het tanken op het handvat lees. Als ik de ondertoon moet geloven, is het ondenkbaar zonder zo’n ding op de plaats van bestemming te komen. Maar ik heb het tot nu toe toch mooi tot in Limburg gered!
Ik hoef dan ook alleen maar die brede zwarte strook genaamd A2 te volgen, beginnende bij Amsterdam en eindigende bij Maastricht. Zó moeilijk is dat niet. Daarnaast doet een goede wegenkaart wonderen en zo groot is Nederland nou ook weer niet.
De tank is vol. Ik kijk bij welk pompnummer ik sta en mijn blik valt per ongeluk op de cijfertjes. Iets meer dan veertig liter, waar ik iets meer dan veertig muntjes voor moet betalen. Hè? Ik was de laatste tijd toch rond de honderd gulden kwijt?
Ah! De pomp geeft Euro’s aan, terwijl het nog pas halverwege december is en ik nog niet eens mijn gratis Eurokitje heb afgehaald. Zo zie je maar weer, de Euro biedt ons nog een extra voordeel. Eindelijk is er ongeveer een één op één verhouding tussen liters en bedrag. Voor zolang het duurt…
We zijn op weg naar een bungalowpark bij Vijlen. Vlakbij Vaals, Zuid Limburg. Lekker een weekendje weg. Kerstmarktjes bekijken in Valkenburg, Maastricht, Aken en Monschau. Of in ieder geval in een aantal van die plaatsen, het hele riedeltje redden we waarschijnlijk niet.
Het is er enkele jaren niet van gekomen, dus we hebben er nu extra zin in. De achterbak van de auto is volgestouwd, want ookal gaan we op vrijdag van huis en komen we daar op maandag alweer terug, je wilt niet weten wat we allemaal meeslepen. Alleen zonnebrand, zwembroek en strandbal blijven thuis.
Het is altijd verfrissend om in een ander deel van het land wat andere winkels te bezoeken dan thuis. En dus duiken we zodra we in Vaals zijn aangekomen, we doen de boodschappen voordat we naar het huisje gaan, direct de C1000 in.
Daar doen we de opzienbarende ontdekking dat ze hier groene tasjes hebben, terwijl die bij ons wit zijn. Het logo is wel hetzelfde. Half verdoofd door de schok lopen we Bart Smit in. Mijn reisgenoten althans, zelf blijf ik verbijsterd bij de ingang van de speelgoedwinkel staan. Er ligt een stapeltje folders. Alhoewel, folder, het is meer een magazine. Boordevol met, naar ik aanneem, speelgoed. Ik wil er eentje van die enorme stapel pakken, maar op het laatste moment bedenk ik mij. Er staat een bordje bij: “Slechts één exemplaar per klant.”
Wat moet ik daar nu weer van denken? Verwachten ze een stormloop, alsof er een stapel Eurokits voor het graaien ligt? ‘Jongens, de nieuwe Bart Smit folder is uit, ren naar de winkel! Pakken wat je pakken kunt!’ En ook: wanneer ben je klant en wanneer ben je dat niet?
We zijn met zijn vieren en slechts één van ons koopt iets. Dat is mijn schoonmoeder. Alleen zij mag nu één foldertje meenemen als ik het goed begrijp. En o o o wat is de rest jaloers. Vol afgunst kijken wij haar aan.
Hoewel? Wat door haar betaald wordt, is een cadeau voor Laura. Dus eigenlijk is Laura de klant, want zonder haar zouden we hier niet eens rondlopen. Elvira en ik zijn zeer zeker geen klanten, wij kopen niets. Wij hangen er maar een beetje bij. Ok, ik druk hier en daar op wat knopjes, zodat overal piepjes, sirenes en gedigitaliseerde stemmetjes klinken (wat mij overigens niet meteen tot een gewaardeerd bezoeker laat staan klant maakt).
Toch klopt er iets niet. Stel, ik heb speelgoed in mijn handen. Ik heb het nog niet gekocht, want ik heb een vraag. Aarzelend kijk ik naar een verkoper. Mag ik hem zomaar aanspreken? Hij kijkt mij argwanend aan. Ik ben immers geen klant. Ik heb niet eens recht op een folder.
Maar hoe kan ik dan ooit klant worden? Misschien moet ik het speelgoed eerst kopen en dan … en daarna … ja maar dan is het al te laat, dan hoef ik niets meer aan de verkoper te vragen, dan heb ik het al gekocht. Ach, laat ook maar zitten, die rotfolder.
Als laatste een bezoekje aan de lokale bladenwinkel. Ik blader wat en lees dat het volgend jaar verplicht wordt om in de auto handsfree te bellen. Ik probeer kalm te blijven, mij niet op te winden.
Het is toch te gek voor woorden dat we straks verplicht worden in de auto te gaan bellen! Ik wil helemaal niet bellen, vooral niet in de auto. Er is vast een deal gesloten met een groot Nederlands telecombedrijf. Vandaar die lage benzineprijs, daar komen de gesprekskosten nog bij.