Ik weet niet hoe andere automobilisten erover denken, maar ik vind het een vreemde gewaarwording. ’s Avonds laat rijd ik richting Coentunnel. Je weet wel, één van dé tunnels. Het zwarte gat van de opening doemt onheilspellend voor mij op. Ik haal diep adem, klem mijn vuisten om het stuur, sluit mijn ogen en blaas er snel doorheen. Opgelucht haal ik adem als ik ongedeerd de andere kant van het IJ weet te bereiken en mijn weg kan vervolgen.
Hoe kan het dat dit object enkele weken geleden nog zwaar bewaakt werd en dat daar nu geen enkel spoor meer van te bekennen is? Ik snap best dat we moeilijk tot in het oneindige een legerpost bij allebei de toegangen kunnen neerzetten, maar het blijft vreemd dat ik er nu helemaal niets meer aantref.
Oké, er stond toevallig een ANWB wagen op de vluchtstrook en het oranje knipperlicht was al voldoende om iedereen prompt in de remmen te doen gaan. Ik ben blijkbaar niet de enige die op dit punt extra op zijn hoede is.
Even terug in de tijd. Op een dag was er ineens een brief met een serieuze waarschuwing. Er zaten dusdanige aanknopingspunten in, dat meteen voor zware maatregelen werd gekozen. Allerlei tunnels werden afgesloten en zwaar bewaakt. Gelukkig gebeurde niet waar in de brief voor werd gewaarschuwd, wat overigens niet betekent dat het loos alarm was. Al de dag erna was de rust bij de Coentunnel – en waarschijnlijk ook bij al die andere tunnels – teruggekeerd.
Daarna is er geen nieuwe brief ontvangen. Betekent dit dat daarmee ook de dreiging weg is? Of rekent iedereen erop dat de anonieme schrijver telkens opnieuw een briefje zal schrijven? Was het loos alarm, of zijn de daders door de overmacht aan zwaar bewapende soldaten afgeschrikt en besloten ze af te druipen. Voorgoed, of voor een tijdje.
Misschien heeft de briefschrijver zich wel vergist, heeft hij verkeerd op de kalender gekeken. Komt er na een toekomstige aanslag alsnog een kort briefje met de tekst ‘Sorry, ik heb een foutje gemaakt, volgende keer beter.’
Nee, rijden door de Coentunnel zal voorlopig niet meer hetzelfde zijn.