{straatgeluiden: spelende kinderen, een fietsbel, optrekkende auto’s en plotseling vreemde melodieuze pieptonen die steeds harder beginnen te klinken}
Há, Jan! Ik ben net wezen winkelen in Haarlem, joh. Ik loop zó op straat. Alles goed op de zaak? […] Ja dat zal je inderdaad wel goed kunnen horen. Drukke weg hierzo. […] Aha, dus je bent bij ze langsgeweest, mooi pand hebben ze, hè. […] O, je hebt gebeld. Ja, dat kan natuurlijk ook. […] Nee, dat zou ik niet doen, Jan. Dat moeten zij doen. {een sirene in de verte} […] Wat? […] Ik zei: dat moeten zíj doen. […] Hoezo: daar kunnen ze niets aan doen. Natuurlijk kunnen ze dat wel. Ze hebben dat ding toch geleverd!
{vreemde pieptonen, daarna totale stilte}
Hallo? [ruis] Ben je daar nog? Hallo? […] Aha, je bent d’er weer. […] Nee, prepaid. Waar hadden we het over? O ja. Wat ik daarnet al zei, dat bedrijf heeft dat ding geleverd. Ga nou niet zelf prutsen. […] Zou ik niet doen, jòh. Ik zou … SHIT!
{remgeluiden en hard getoeter}
{harde knal, schurende geluiden, gesmoorde kreten van pijn, een doffe dreun, een korte stilte, daarna paniekerige stemmen}
Au. Shít. Kan iemand die telefoon daar verderop even aangeven?
{discussie gevoerd door onverstaanbare stemmen}
Nee, dáár, naast die auto, man!
{heel lang, heel veel achtergrond geluiden}
Is ‘ie nog heel? Kijk dat display nou man! Dat ding was net nieuw. Shit. Jan? O, je bent er nog. […] Idioot! […] Nee, ik bedoel jou niet. […] Nee op een zebra. Dat heb je tegenwoordig hè. Een mens kan niet eens normaal een straat oversteken. […] Nou nee, niet helemaal goed, Jan. Ik vergat dat er ook verkeer van de andere kant kon komen. […] Ja kan best dat ik wat raar klink. Ik lig languit op de weg en mijn telefoon was nog harder dan ik gelanceerd. Wat een knál, man! Ik geloof dat ze een ambulance gaan bellen. […] Nee hoor, geen probleem. Ik heb nu toch even niets anders te doen. Waar waren we ook alweer gebleven Jan? O ja, ik weet het weer. Zeg, je moet niet zelf aan dat apparaat gaan prutsen. Dat ding is net nieuw. Weet je wat Jan, doe dat ding terug in de doos en zet hem in je kofferbak. Ik kom vanmiddag toch nog maar even langs, regelen we het meteen even.
{gemompel}
Jan, wacht je even? Ik moet even van oor wisselen. […] Wàt? […] Nee, ik heb geen lamme arm. Eén of andere arts wil persé iets bij me controleren. Zeg Jan, wat hoor ik steeds op de achtergrond? […] Het gaat toch wel goed daar? Heb je me nodig? […] O. Het klinkt anders alsof het daar een keet is bij jou.
{boze stem}
Heb je even, Jan?
{gemurmel} Nee dokter, ik heb geen pijn in mijn nek of rug. {aanvullend gemurmel} Beetje duizelig, meer niet. {bezorgd gemurmel} Hoe bedoelt u, bloedverlies? {voorzichtig gemurmel} O.
{korte pauze}
Zeg Jan? […] Ik geloof dat ik even met de ambulance mee moet. Ik vroeg me de hele tijd al af hoe ik op zo’n stralende dag als vandaag zomaar midden in een plas kon zitten. Plakkerig spul ook. […] Welnee, ik zit er al in en heb voldoende signaal hier. […] O, bedoel je dat. Nee, het is echt niet te veel moeite voor me Jan. Moet je luisteren. Op mijn bureau ligt een open enveloppe. Die moet je voor mij op de bus doen. O ja, stop er zo’n glimmende reclamefolder van ons in, dat vergeet ik te zeggen. […] Je herkent hem zo. Tweede stapeltje, ligt bovenop. Dacht ik tenminste. […] Jan, een ogenblikje, even een brul naar voren geven. Even vragen of ze wat rustiger aan kunnen doen. Dat scheurt maar over de wegen, ik word er helemaal misselijk van. Een mens kan niet eens even normaal bellen!
{geluid van een hand die over een microfoon schuurt, een gedempte, licht emotionele stem die iets roept}
Geregeld Jan. Als ze nou ook eens van me afbleven, dan zou ik helemaal blij zijn. […] Weet ik niet. Allemaal zakjes met doorzichtige troep erin. Er bungelen slangetjes onder en ze steken iets in mijn arm. […] Ja, dat piepen is inderdaad irritant. Om zenuwachtig van te worden. Onregelmatig ritme ook. Maakt niet uit, gewoon niet op letten Jan. Luister Jan, ga als ik ophang meteen naar mijn bureau, die enveloppe vind je heus wel. Die brief moet vandaag nog de deur uit. […] OK, ik reken op je. Luister, zijn er nog telefoontjes voor me geweest? […] Van wie? […] O. Nog post dan? […] Da’s niet veel, Jan. Is de postbode wel geweest vandaag? […] O. […] Wat? […] {stilte} Je bedoelt die aanhoudende fluittoon? […] Nee, dat is niet de accu van mijn mobieltje. Die gaat dagenlang mee. Misschien is het saldo van mijn prepaid bijna op. […] Opmerkelijk, Jan. Er krioelt ineens allemaal ambulancepersoneel om me heen en dat gekke lijntje op het groene scherm is heel anders van vorm geworden. Zou dat soms…
{onrustige stemmen op de achtergrond, een aanhoudende irritante fluittoon, een sirene die wordt uitgeschakeld}
[…???]
[…!!!]
{de verbinding is weg, de lijn lijkt dood te zijn}