Geplaatst op

Column: Merken loos

In mijn laatste twee columns heb ik het gehad over de woekerprijs die we betalen voor een beetje gemak (“De schone vaat”) en over trucs die in de reclamewereld worden gebruikt (“Zeepbel”). Voordat ik het onderwerp (misschien definitief, maar dat kan ik niet beloven) laat rusten, het moet geen stokpaardje worden, volgt hier nog een toegift.

In de rij bij de kassa. Langzaam schuif ik richting toonbank. In mijn handen een stuk speelgoed. Een cadeau. De man voor mij is eindelijk aan de beurt. Of het een cadeau is? Ja, dat is het. Moet het dan ook worden ingepakt? Ja, dat moet het.

Ik slaak een diepe zucht. Bijna ben ik aan de beurt, moet het meisje achter de kassa – het enige meisje dat daar staat – ook nog een enorme doos inpakken. Dat kan wel even gaan duren.

Er wordt een lap papier van een grote rol gescheurd. De doos wordt er met de brede kant opgelegd, het papier daaromheen gewikkeld. Rits, knars! Acht centimeter aan plakband wordt van een rol gerukt, om één en ander met elkaar te verbinden. Zo. Dat zit.

Het cadeaupapier wordt aan de onderkant van de doos min of meer bij elkaar gevouwen en plat gedrukt. Enkele grote vouwen en kreukels worden onhandig glad gestreken. Rits, knars, scheur. Zes centimeter plakband blijkt niet genoeg. Rits, knars, er wordt nog vier centimeter aan toegevoegd. Bonk. Nu staat de doos rechtop.

Met bezweet gezicht kijkt het meisje naar de groeiende rij wachtenden in een poging te bepalen waar zich het einde bevindt.

De flappen papier aan de bovenkant zijn helaas net te kort. Snel wordt er een extra strook cadeauverpakking van de rol gescheurd en als een soort inlegvel  bovenop de doos gelegd. De flappen van het al gefabriceerde omhulsel worden hieraan vastgeplakt. Al met al zit het nog best stevig, zo op het eerste oog. Dat kan ook niet anders, met al dat plakband.

Verwonderd kijk in de man na, terwijl hij met de doos in zijn armen geklemd de winkel verlaat. Het cadeau ziet eruit als een puntzak met drop – alleen dan wel een hele grote – die een keer of twintig is geopend en weer gesloten. Slordig. Verfomfaaid. Gaat hij dat echt aan iemand geven?

Nog voor het meisje mij een vraag kan stellen schud ik hevig mijn hoofd. Nee, geen cadeau. Ik kan haar in alle eerlijkheid vertellen dat het wel degelijk een cadeau is, maar dan moet ik vervolgens haarfijn uitleggen waarom ik niet wil dat zij het inpakt. Als troost (voornamelijk voor haarzelf) zal dan een strook cadeaupapier in mijn handen gedrukt worden. Papier dat ik helemaal niet wil hebben. Want ik hoef geen papier dat op elke vierkante centimeter is bedrukt met het logo van deze speelgoedwinkel.

Er is een tijd geweest dat de verpakking van een cadeau belangrijk was. Aan de manier waarop het was ingepakt, was af te lezen dat je hier veel tijd, zorg en aandacht aan had besteed. Dat was een groot compliment voor de krijger, bijna belangrijker zelfs dan de inhoud van het pakje. Tegenwoordig wordt er bij de kassa snel even een papiertje omheen geknutseld. De gulle gever hoeft er helemaal niets voor te doen, behalve ongeduldig wachten tot het eindelijk klaar is.

In een reclame zag ik dat er een nieuw en handig apparaatje verkrijgbaar is, waarmee het ineens kinderlijk eenvoudig is om iets in te pakken. In de reclamespot kost het nog geen drie seconden. Het is een superklein plakbandhoudertje met een minuscuul rolletje erin. Even over de vouw van het papier bewegen en hoppa, alles zit vast.

Vreemd, want niet het plakken van een stukje plakband is het probleem, maar juist het netjes en kreukloos in cadeaupapier verpakken van een voorwerp is het lastige van dit karwei. De hoogste tijd dus om naar de winkel te gaan en een onderzoekje te doen.

Daar hing het apparaatje dan, precies op ooghoogte: 6 gulden 59 voor een klein plastic houdertje met tien meter plakband op een rolletje. Plakband op? Geen probleem, ernaast hing een kartonnetje voor opnieuw 6 gulden 59, zijnde een navulverpakking bestaande uit twee rolletjes van elk ook weer tien meter plakband. Het zag er leuk uit en de verleiding om het ding te kopen was best groot. Het zag er allemaal zo gemakkelijk uit op televisie!

Mijn oog valt op iets dat op kniehoogte in datzelfde rek ligt (immers: dure producten, producten die men het liefst wil verkopen, liggen altijd op ooghoogte, de minder dure alternatieven liggen laag).

Dat is “ouderwets” plakband: 2 gulden 50 voor twee rollen van elk 33 meter. Toe maar! Laat ik er eens een rekenmachine bijpakken. Kijken we alleen al naar de navulverpakking, dan zijn die leuke, lieve kleine rolletjes bijna negen keer duurder dan de ouderwetse rollen! Dan laat ik nog buiten beschouwing dat het ‘gewone’ plakband ook nog eens 25% breder is (geen 12 maar 15 millimeter).

Is dat het waard? Plakt dat nieuwe plakband dan zoveel beter? Is het gebruik ervan werkelijk zoveel makkelijker? Het ziet er best leuk uit en wat ik al zei de verleiding is groot, maar het is wel meteen een flink stuk duurder. Daarnaast verdwijnt het hebbeding na een paar dagen vast ergens in een kast.

Maakt ja, maakt het wat uit? Want wat is tegenwoordig nou een gulden of zes? Wie maakt zich daar druk om? Het gros van de mensen voelt dat niet, geld wordt met gemak uitgegeven zolang het om niet al te grote bedragen gaat.

Wat alleen vaak vergeten wordt, is dat heel veel kleine bedragen bij elkaar al snel een best wel groot bedrag vormen. Tel de maandelijkse rekeningen van de mobiele telefoon een jaar lang bij elkaar op en je smijt het (voorheen) geliefde ding meteen in het riool.

Ik ben wakker geschud. Ik vrees dat ik veel te vaak onnodig veel geld uitgeef. Als ik er bij nadenk, is dat vooral aan de bekendere merken. Niet alleen bij afwastabletten (zoals in mijn column “De schone vaat”) en bij deze rolletjes plakband.

Een laatste voorbeeld: doodgewone vloeibare handenzeep. Een vrijwel merkloze fles van 500 ml kost één gulden veertig. Een bekend merk dat ermee schermt bacteriedodend te zijn kost (niet schrikken) vier gulden dertig voor 300 ml. Dat is maar liefst VIJF keer zo duur! Zou het werkelijk zoveel beter schoonmaken? Ik geloof er niets van.

Let er zelf ook eens op, bijvoorbeeld bij shampoo. Een dermatoloog vertelde mij jaren geleden dat een eenvoudige, goedkope shampoo het beste is. Haar wordt niet gezonder of beter door shampoo, dat gebeurt alleen door stoffen van het lichaam zelf, onderhuids.

De prijsverschillen zijn te groot. Ik vraag mij af, wat is er met de merken loos. Ik zal voortaan alert(er) zijn. Ik koop wat vaker niet, of merkloos. De beste manier om geld over te houden, is door het niet uit te geven.