Vandaag had ik mot in de trein. Al klinkt dat wel een heel stuk erger dan het in werkelijkheid was hoor. Wat was er aan de hand?
Op weg van Utrecht naar Amsterdam werd ik vlakbij station Amsterdam Bijlmer plotseling aangestoten door de mevrouw die naast mij zat. Ze keek mij nogal panisch aan, wees naar een plek op de grond en schoof haar benen zoveel mogelijk mijn kant op. Daar op de grond, precies op de plek waar zich daarnet de voeten van mijn buurvrouw bevonden, staarde een behoorlijk grote mot strak mijn kant op.
‘Oh maar dat is een mot, die doet niets hoor,’ stelde ik haar gerust. Of althans, dat probeerde ik. Want voor ik het wist wurmde ze zich langs mij heen en ging snel aan de andere kant van het gangpad zitten. Dat kan namelijk prima, zo buiten de spitsuren. Blijkbaar had ze gehoopt dat ik mijn voet op het weerloze insect zou plaatsen, maar dat gebeurde dus niet.
Dus zat ik daar met die mot in de trein. Of misschien was het een nachtvlinder. En nu? Ik moest er bij station Amsterdam Zuid uit en daar waren we inmiddels naar onderweg, maar zou die mot ook zelfstandig de uitgang van de trein weten te vinden? Ik betwijfelde het. Maar wat dan? In een vlaag van helderheid of verstandsverbijstering (doorhalen wat niet van toepassing is), pakte ik de mot voorzichtig van de grond door een kommetje te maken van mijn hand en bleef er vervolgens triomfantelijk mee zitten.
Misschien toch niet de handigste oplossing bedacht ik mij te laat. En dus opende ik met mijn vrije hand voorzichtig mijn tas en stroopte behoedzaam het plastic zakje van mijn drinkfles af. Die doe ik er altijd omheen om te voorkomen dat mijn schoudertas spontaan onder water komt te staan als bijvoorbeeld de dop er niet goed opzit.
Vervolgens liet ik de mot ‘vrij’ door mijn hand in het plastic zakje te steken en daar openen. Trok mijn hand terug, verfrommelde de opening tot een soort tuitje en blies er wat lucht in als was het een ballon. Zo, die zou niet snel stikken.
Net op tijd, want we rolden station Amsterdam Zuid al binnen. Opgelucht liep ik met een schijnbaar leeg, opgebold zakje richting de uitgang van de trein. Eenmaal op het perron aangekomen zocht ik een relatief rustig plekje op, hield het geopende zakje hoog in de lucht en schudde er voorzichtig mee tot de mot eindelijk het hazenpad koos. Yes, het was gelukt!
Ik vermoed dat heel wat reizigers meewarig naar die vreemde man hebben staan kijken die met een leeg zakje stond te zwaaien, om vervolgens met een stralend gezicht naar een denkbeeldig vogeltje te kijken die langs het perron vloog. Die mot was best groot, maar niet zo groot dat je het vanaf een afstandje ziet wegfladderen.
Hoe dan ook, vraag mij niet of ik hetzelfde had gedaan met een wesp. Grote kans dat die wel een kort moment de onderkant van mijn schoen van heel dichtbij had kunnen bewonderen.