In de parkeergarage, waar ze niet langer met papierenkaartjes werken maar met muntjes, gebeurde vandaag iets opmerkelijks. Ik wierp de plastic munt in de gleuf van de betaalautomaat en rekende af, waarop er een metalen munt uitrolde, nodig voor de uitrijslagboom.
Dat zette mij aan het denken. Hoe maak je van één euro twee euro? Deze garage werkt met muntjes waarin een chip zit. Vroeger waren de schijfjes van metaal, tegenwoordig van kunststof. Ik keek in mijn hand en voelde het koele metaal. Metaal is in mijn ogen nog altijd kostbaarder dan plastic. Dat bracht mij op een idee.
En dus parkeerde ik opnieuw, alleen ditmaal buiten de garage. Daar staan nog van die ouderwetse kaartjesautomaten. Ik haalde een eurostuk tevoorschijn, wierp het in de gleuf en luisterde naar de geluiden van de vallende munt. Vol verwachting drukte ik op de knop voor teruggave en deed een greep in de muntenbak. Teleurgesteld keek ik naar de munt in mijn handpalm. Het was mijn eigen euro.
Raar. Als plastic in metaal kon veranderen, waarom een euro dan niet in twee euro? Opnieuw wierp ik de munt in de automaat, drukte op de knop en pakte hem weer uit het bakje. En nog een keer. Ik begreep niet wat ik fout deed. Achter mij begon zich inmiddels een ongeduldig morrende rij te vormen. Nogmaals wierp ik de munt in de automaat. Nu ging het lukken. Ik voelde het.
Ik drukte op teruggave, hield een hand bij de muntenbak en keek triomfantelijk over mijn schouder naar de mensen achter mij. Straks zouden ze mij beteuterd nakijken. Toch klopte er dit keer iets niet. Ik fronste mijn wenkbrauwen en drukte nogmaals op de knop voor teruggave. Er gebeurde niets. Helemaal niets. Ik gaf een klap tegen de automaat. Rammelde nerveus aan de knop. De muntenbak bleef leeg. Met hangende schouders en een euro armer slofte ik terug naar mijn auto.