Vandaag krijg ik ongewoon veel digitale post. Vrolijke post zelfs. Met onderwerpen als “Hi!” en berichtteksten als “Can you test this program for me?” Nou, laten we dat maar niet doen. Want zeker weten dat er een geniepig virus in deze berichten zit. Andere berichten wekken dan weer de indruk waarschuwingen te zijn: “U bent besmet!” roepen ze. O? Nou, ga daar maar niet van uit.
Hoe vaker iemand iets roept, hoe meer ik aan mijzelf ga twijfelen. Ik zit dieper achter beveiligingssoftware verscholen dan Saddam Hoessein voorheen in zijn betonnen bunkers. Een firewall en een up-to-date virusscanner – geen mens kan tegenwoordig zonder, dus de kans op besmetting is vrijwel nihil. Alleen een virus dat én nieuw is én zich zo snel over de wereld verspreidt dat virusbestrijders geen kans hebben om op tijd een update te maken en te verspreiden, maakt een kans. Toch voor de zekerheid dan maar even een scan draaien…?
Vroeger was alles zóveel makkelijker. Onbeschermd met de buitenwereld praten, dat kon toen nog. Nu is 80% van het internetverkeer een virus, worm, of spam. Verspilde capaciteit. Van internetbandbreedte, maar ook verspilling van inzet: makers van die troep, maak toch eens nuttige programma’s, maak iets waar we allemaal wat aan hebben! Internet is een machtig mooi medium, waarom alsmaar proberen het de nek om te draaien? Waarom willen mensen zo vaak iets kwaadaardigs doen om van zich te laten horen, zich te bewijzen? Ja, en wat bewijzen eigenlijk? Dat ze dom zijn?
Misschien heb jij een bericht van mij ontvangen met een virus of worm erin. Dat kan. Althans, het kan zijn dat jij dat denkt. Het is alleen niet zo. Misschien heb je een virus gehad (voor het gemak scheer ik virus en worm in dit stuk even over één kam) en wie weet staat daar inderdaad mijn naam bij. Het is alleen niet van mij. Echt niet. Geloof me. Niet erg aannemelijk, ik geef het toe, maar toch is het zo. Ik ben clean, zelfs mijn virusscanner is het met mij eens. Mijn goede naam – zo ik die al heb – wordt alleen te grabbel gegooid. De makers van virussen hebben namelijk door dat als de besmettingsbron makkelijk te achterhalen is, hun virus een snelle dood sterft. En dus passen ze een heel simpel trucje toe. Want virussen zijn op zich best wel eenvoudige, domme programma’s, er wordt alleen veel ophef over gemaakt.
Dat zit zo. Stel: een virus komt binnen op mijn computer. Snuffelt daar een beetje rond en vindt mijn adresboekje. Vervolgens wil het virus zich verspreiden, daar is het immers voor gemaakt. En dus stuurt het zichzelf via een bericht naar alle adressen uit mijn adresboek. Aha! Alles wijst nu naar mij – en terecht, want in dit fictieve voorbeeld is mijn computer besmet. Dus haalt het virus een trucje uit. Het vervalst de afzender, dat is niet zo moeilijk om te doen. Kun je zelf ook, door een brief naar iemand te sturen en er een andere afzender op te schrijven. Het virus kiest gewoon een naam uit het adresboek en stuurt uit díe naam een berg berichten de wereld in. Die persoon wordt nu als besmettingsbron gezien – en niet ik. Zie daarna de echte bron van alle ellende maar eens op te sporen!
Blijkbaar heeft ergens iemand dus mijn naam in zijn of haar adresboek staan en is die computer besmet geraakt. Die stuurt nu uit mijn naam allerlei virussen en andere troep de wereld rond. Zo kom je nog eens aan naamsbekendheid… Hoeveel virusscanners ik ook installeer, iedereen zal denken dat ík besmet ben. Niet echt een geruststellend idee. Je begrijpt het, ik ben niet blij. Het is een schandaal.
Waar gaat dat heen. Virussen – er woedt een oorlog op internet die zijn weerga niet kent.
V I R U S W A A R S C H U W I N G
Onze virusscanner trof W32/Mydoom.A@mm aan in uw email.
De email is NIET aangenomen door onze systemen.
Controleer uw systeem op virussen of vraag uw systeemadministrator dit
voor u te doen.