Enkele bankjes aan de rand van een kinderspeeltuin. Pal er tegenover een schommel. Op die schommel zit een bekende: Laura, mijn dochtertje. Achter de schommel een tweede bekende: dat ben ik zelf. Normaal mag ik Laura niet duwen, omdat ze sinds kort geheel zelfstandig kan schommelen. Maar dit plankje hangt aan lange metalen kettingen onder een zeer hoge houten stellage en is door een vierjarige met geen mogelijkheid in beweging te krijgen.
Verspreid over de bankjes zit een groepje vrouwen en daar rent weer allerlei kroost omheen. Ook liggen er her en der handhoeken op het grasveldje dat zich tussen bankjes en schommel bevindt en die badlakens liggen werkelijk bezaaid met allerhande spulletjes.
Middenin de bankgroep zit een stevige vrouw. Ik doel niet op haar lichaam, maar puur op haar houding en gedrag. Haar uitstraling. En vooral haar stemvolume.
Een meisje, mogelijk haar dochter, krijg op ‘volume-standje-tien’ een standje. Bestaande uit een stortvloed aan verwijten en boze woorden, die op mij bijtender overkomt dan de ergste zure regens die de aarde tot nu toe gekend heeft. De dames om haar heen gaan ondertussen onverstoorbaar verder met waar ze mee bezig zijn.
Apenkolonie. Dit beeld dringt zich spontaan aan mij op. Er hangt iets in de lucht. Een bepaalde sfeer. Ontastbaar maar wel duidelijk waarneembaar. Subtiele signalen die ik op een of andere manier opvang.
Een nieuweling arriveert. Een vrouw met haar zoontje. De vrouw loopt linea recta naar de inmiddels uitgefoeterde vrouw, die ik in gedachten inmiddels De Gorilla noem. Nogmaals, alleen vanwege haar houding, gedrag en uitstraling. Het doet mij sterk denken aan een Gorilla die haar territorium bewaakt.
Na de verplichte aanmelding bij De Gorilla schuifelt de nieuweling aarzelend langs de overige vrouwen, tot ze een plekje krijgt toegewezen, op de juiste plaats in de rangorde.
Doordat ik niets anders te doen heb dan af en toe een zet geven tegen de schommel, heb ik meer dan voldoende gelegenheid om dit tafereel te aanschouwen. De situatie is overduidelijk, duidelijker dan ik het ooit gezien heb. Dit is een dominante leider omringd door onderdanige soortgenoten die onderling strijden om een plek in de groep en de gunsten van de baas. Want als die iets niet zint, dreigt een conflict met in het ergste geval permanente verstoting uit de kudde.
Ik ben een buitenstaander en maak geen deel uit van deze groep. Dat wil ik ook helemaal niet. Nee zeg, het idee alleen al. Ik ben erg allergisch voor kliekjes. Wel sta ik achter een schommel op luttele meters afstand van Gorilla. Dat kan bedreigend overkomen, mogelijk bevind ik mij zelfs middenin háár territorium.
Een onderdaan staat op en loopt doelbewust rakelings langs de op haar af suizende schommel waar mijn dochter al best een tijdje op zit. Mijn hart staat stil. Het gaat maar nèt goed. Even later duikt opnieuw een van de vrouwen op in de gevarenzone en blijft exact op het mogelijke punt van impact plotseling stokstijf staan.
Laura, die ik net een duw wil geven, rem ik in allerijl af, met het risico dat mijn dochter door de stommiteit van deze mevrouw – nota bene zelf een moeder – van de schommel afkukelt. Precies dan loopt ze weer door, mijn boze en verwijtende blikken zorgvuldig negerend.
Ongelogen speelt dit tafereel zich vier keer vlak na elkaar af. Ik ben hier duidelijk niet welkom. Immers, ik laat non-verbaal merken volledig ongevoelig te zijn voor hun groepshiërarchie en dat onzichtbare signaal wordt kennelijk opgemerkt. Ze hebben geen grip op mij. Daarom moet ik weg. Want blijkbaar wordt dit gezien als hún speeltuintje.
Was dit het schoolplein geweest, of de werkvloer, of een andere plek waar wij elkaar dagelijks of in ieder geval regelmatig tegenkomen, dan zou ik vast een geliefd onderwerp zijn voor roddel, achterklap en schampere opmerkingen.
Alleen is dit een willekeurig (openbaar!) speeltuintje en kennen wij elkaar helemaal niet. Nooit eerder gezien en we komen elkaar vast nooit meer tegen. Acuut wegpesten lijkt daarom de enige optie te zijn die nog overblijft. De bedreiging zo snel mogelijk elimineren. Zodat de groep weer de groep kan zijn.