Eerder vertelde ik van een onverlaat die op regelmatige basis iets onder het ruitenwisserblad van mijn auto schuift (zie column ‘Open huis’). Welnu, de dader is bekend, door mij op heterdaad betrapt. Vanmorgen stond ik in de keuken toen ik plotseling een geluid hoorde. Het kon niet missen, het was een portofoon. Een schelle stem, gevolgd door een krakerige klik. Ik gluurde langs de gordijnen naar buiten, want het was nogal vroeg en ik liep in mijn ochtendjas.
Twee streng kijkende vrouwelijke agenten lopen recht op mijn auto af. Ik schrik, denk meteen het ergste. Een agente pakt iets uit haar jaszak. O nee, hè. Niet weer. Luttele dagen geleden werd ik ge-lasergun-t en ik gok dat mij dat zestig guldens, of althans het equivalent in treuro’s, gaat kosten. Wat heb ik nu weer gedaan?
Ze tilt een ruitenwisser op en schuift er iets onder, waarna het tweetal druk kwebbelend nog even blijft staan, om na een minuutje of twee weer verder te lopen. Het geluid van de portofoon sterft weg. “Toezicht en Veiligheid” valt op de achterkant van de uniformjassen te lezen.
Vanuit de keuken herken ik het papiertje op de voorruit. Het is de “laat uw dashboardkastje open” aanbeveling waar ik eerder over schreef. Het zit ze blijkbaar nogal hoog. Mijn voorruit lijkt wel een brievenbus te zijn geworden. Tegenwoordig loop ik niet naar de voordeur, maar kijk uit het raam om te zien of ik post heb.
Elvira is voorstander van het geopende dashboardkastje. Waarschijnlijk beseft ze niet dat zij degene is die met het deurtje op haar knieën zal zitten. Of ze moet het aan het begin van elke rit sluiten en bij verlaten van de auto telkens weer openen, wat mij een heel gedoe lijkt.
Ikzelf vind het nog steeds een raar advies, hoe goed bedoeld ook. De maatschappij lijkt wel een stuk klei. We laten toe dat de boze buitenwereld ons doen en laten bepaalt, we laten ons er door kneden en in de juiste vorm brengen. Zo wordt een zwembad waar een groepje jongeren de boel terroriseert eenvoudigweg gesloten, en wordt een circus dat belaagd wordt geadviseerd de stad te verlaten.
Ik vraag mij af wat de bijeffecten van het dashboardkastjesadvies zullen zijn. Stel dat de hele straat het kastje open laat staan – en ik niet. Dan weten de boeven meteen dat ze mijn auto moeten hebben. Dat scheelt ze een hoop werk, want ze kunnen achttien auto’s meteen overslaan en geruisloos doorlopen, waardoor het risico van een vroegtijdige ontdekking klein is.
Alleen bij mijn auto tikken ze een ruitje in, trekken het kastje open, doen een snelle graai en gaan er met een pakje zakdoekjes vandoor.
Nee, ik geloof niet dat het een goed advies is, maar misschien dat jij me kunt overtuigen van mijn ongelijk. Eén ding is zeker. Het is tijd voor een nee-nee-sticker. Hopelijk zijn ze nog verkrijgbaar, anders moet ik hem bij de brievenbus van een van de buren los pulken: “Liever geen ongeadresseerde post achter mijn ruitenwisser.”