Een lolbroek vindt het leuk om af en toe een stapeltje pamfletten onder mijn ruitenwisser te stoppen. Gewoon thuis, bij mij in de straat. ’s Morgens tref ik dan een vies, doorweekt, klef, stapeltje papiertjes aan. Nu heeft onze auto tot voor kort vier weken op dezelfde plek gestaan en misschien zag de dader het daardoor ten onrechte aan voor een reclamezuil. Kan gebeuren natuurlijk.
Vanmorgen zat er opnieuw een velletje onder het ruitenwisserblad. De ruiten waren beslagen, naar ik later hoorde waren ze elders in het land zelfs bevroren en reden er strooiwagens rond, dus het velletje was heerlijk doorweekt en viel meteen tot pulp uit elkaar. Uit de doorgelopen inkt kon ik nog net uitmaken dat het een mededeling van de politie was.
Dit keer geen bekeuring, gisteren ben ik nog beschoten met een lasergun (zie column: Beschoten), maar een welgemeend advies. Da’s altijd meegenomen.
Of meneer Krick voortaan zijn dashboardkastje open wil laten staan, want dan zien potentiële ruitjestikkers dat er niets van hun gading inzit en laten ze mijn auto met rust.
Sorry? Wordt mij straks uitlokking van een misdrijf verweten, omdat ik het kastje netjes dicht heb? Toevallig is dat ding – de enige plek waar ik iets kan opbergen, op twee miserabele vakjes in de voorportieren na – helemaal niet leeg. Er zit van alles en nog wat in. Zakdoeken, een zaklantaarn, rietjes, een pen, een schrijfblokje.
Moet ik dat eruit halen omdat een stelletje randfiguren snode plannen heeft? Ik kan die spullen er moeilijk in laten zitten, want als iemand een pakje zakdoeken ziet met daarnaast ook nog een schrijfblokje, dan denkt ‘ie meteen dat het toetsenbordje van mijn autoradio daar wel vlak onder of naast moet liggen en breekt hij of zij mijn auto júist open.
Nog even en ik moet een transparante achterklep nemen, zodat iedereen kan zien dat er slechts twee baggerlaarzen, drie AH-tassen en een paraplu in liggen. Wat overigens waardevolle spullen zijn voor menige dakloze of zwerver. Nou nee, ik hou het liever bij een gewone achterklep.
Binnenkort verwacht ik opnieuw een briefje te ontvangen, waarin mij geadviseerd wordt thuis de gordijnen voor de ramen te verwijderen en alle kasten en laden geopend te laten, zodat een inbreker kan zien dat ik geen waardevolle spullen in huis heb. ‘U heeft wel waardevolle spullen? Geef die dan weg aan iemand die u niet mag. Want wat u niet heeft, kan u gestolen worden.’
Wat mijn auto betreft, gelukkig werk ik in een wijk waar veel gebouwd wordt. Het staat er vol met hijskranen en daardoor werd ik vandaag geattendeerd op dé manier waarop de bouw omgaat met spullen die jatgevoelig zijn. Morgen even met de opzichter praten.