Geplaatst op

Column: Proefrijbewijs

Schreef ik in november vorig jaar nog de columns “Weekje wwv” en “Boksbal”, sinds die tijd heb ik maar weinig gekke dingen meegemaakt in het verkeer. Ik had beloofd een vervolg te schrijven genaamd “A9 – the battle” maar dat kan ik nu wel vergeten.

Gelukkig ook maar, want ik denk niet dat het verstandig is om automobilisten met gelijke munt terug te betalen. Dat kan alleen maar uit de hand lopen.

Hoewel? Af en toe heb ik toch wat sadistische trekjes. Bekend effect is dat als ik een auto met weinig snelheidsverschil inhaal, ik die auto als het ware met mij meel ijkt te trekken. Geen idee waarom, wellicht schrikt de automobilist wakker en wil die ineens harder gaan rijden, ik heb echt geen flauw idee. Irritant is het wel.

Wil ik – mede met het oog op de grijze kastjes langs de weg – niet op al te hoge snelheid inhalen, geeft die malloot naast mij ineens gas, als wil hij mij dwingen mijzelf een bekeuring te bezorgen.

In dit soort situaties kan ik soms erg behulpzaam zijn: door mijn schuld gaat hij harder rijden, dus zal ik hem ook dwingen weer zachter te gaan rijden.

Hoe? Via de eenden-fuik-methode zoals ik het hier maar even noem. Dat helpt meestal wel aardig. Ik geef steeds een beetje gas bij, zodat ik net aan kop blijf rijden. Desnoods met mijn voorbumper krap één centimeter verder dan de zijne. Net zolang tot hij zichzelf klem rijdt tussen mij en de auto of vrachtwagen die voor hem rijdt. Pas op dat moment zak ik weer rustig af naar mijn eigen kruissnelheid. Zodat hij pas nadat ik hem voorbij ben, eindelijk zelf zijn voorganger kan gaan inhalen. Als hij daar dan tenminste nog zin in heeft.

Leuker en bevredigender is het als ik samen met enkele andere lotgenoten klem zit achter een vrachtauto. Het is je vast weleens opgevallen dat de file achter een vrachtauto zich altijd van achteren naar voren oplost.

Waarom? Aangezien auto’s op de linker rijstrook altijd als eerste voorbij de achterste auto op de rechter rijstrook rijden (ja, ja, je moet bijna een wiskundig genie zijn om deze column te kunnen lezen), krijgt de achterste in de file logischerwijs als eerste de kans om snel naar links te duiken en ook te beginnen met inhalen.

Auto voor auto breekt de file zich daardoor achter de vrachtwagen af, beginnende bij de laatste auto en eindigende bij de voorste. LIFO heet dat in computertermen: Last In, First Out. Terwijl het veel beleefder is om FIFO toe te passen: First In, First Out. Maar ja, beleefd en verkeer, dat gaat niet altijd samen…

Daar heb ik inmiddels de volgende eenvoudige oplossing voor. Ik ga naar links en houd even dezelfde snelheid aan om de stroom auto’s tegen te houden. De auto’s voor mij (nog achter de vrachtwagen) kunnen daardoor ook allemaal naar links opschiiven (als ze tenminste alert genoeg zijn). Waardoor de complete file in één keer weg is.

Deze methode werkt vooral perfect als je met een aantal collega’s achter elkaar aan naar dezelfde bestemming rijdt. Zo raak je elkaar nooit kwijt.

Vroeger, toen ik nog jong en onbesuisd was, reed ik vaak met een collega mee. Ik had dan zo’n ouderwetse flitser bij mij, met een klein “testknopje”. Dat knopje drukte ik in zodra iemand hard voorbij kwam rijden. Ik kan je vertellen, na drie flitsen haalde geen enkele auto ons meer in.

Nu ben ik uiteraard veel volwassener en haal ik dit soort flauwe dingen niet meer uit. Wel jammer. Want ik heb nu een digitale camera die een dubbele flits afvuurt, waardoor het nog meer op een snelheidscontrole lijkt…

Als laatste wil ik opmerken dat ik een voorstander ben van het in te voeren proefrijbewijs. Laat eerst maar eens in de praktijk zien dat je kunt rijden. Maak je er een zootje van, lever het papiertje dan gelijk maar weer in. Rijd je daarna stiekem zonder? Een fikse boete en nooit meer een rijbewijs.

Het is meteen een goede drijfveer om de verkeersregels nu eens écht goed uit het hoofd te leren en niet roekeloos te gaan rijden. Is het oneerlijk omdat de zittende (rijdende) garde dit niet heeft hoeven doen?

Geen probleem. Laat iedereen elke paar jaar opnieuw een test afleggen. Daar heb ik mijzelf ook mee, dat besef ik maar al te goed. Maar ik ben maar wat blij als iedereen eindelijk eens de verkeersregels kent én toepast. Dat maakt het een stuk veiliger op de weg!