Geplaatst op

Column: Rampkaart

Die geheugenkaart van mijn Olympus C-3030Z digitale camera, daar valt nóg iets over te vertellen. Je denk vast: “Nee hè, niet weer een column over digitale camera’s,” maar lees toch even verder. Misschien doe je er je voordeel mee.

Zoals je weet (column Repareren) bezweek tijdens de vakantie mijn geheugenkaart. Dat was niet voor het eerst. Een half jaar geleden gebeurde dat ook met een ander kaartje, maar die viel met beschermdoosje en al op de grond. Daar leek dus een aanleiding voor te zijn.

Dit keer hield op vakantiedag twee het kaartje er zonder aanwijsbare reden zomaar ineens mee op. Naar voorbeeld van (schrijver en medecolumnist) Cor Snijders heb ik een tijdje terug een oude laptop gekocht. Niet zo goedkoop als die van hem, maar er zit wel een voeding bij (grapje, Cor). Die laptop gebruik ik tijdens de vakantie om mijn foto’s op te bewaren.

Gemiddeld schiet ik 110 foto’s op een dag, waarvan ik thuis een deel weer weggooi. Dus je begrijpt dat zonder die laptop de geheugenkaartjes niet aan te slepen zouden zijn. In de camera heb ik een mooie 128 MB kaart zitten en waar 160 à 200 foto’s op passen (van 3 megapixels). Dat is ruimschoots voldoende.

Aan het einde van de dag ontlaad ik de camera door het geheugenkaartje in een PCMCIA-kaart te steken en zo de foto’s van kaart naar harddisk te kopiëren. Een prima oplossing, dacht ik zo.

Bijkomend voordeel is dat ik er ook mijn hersenspinsels op kan intikken, dat gaat een stuk makkelijker dan op het kleine toetenbordje van mijn Psion handcomputer (zie ook mijn column Organizer). Alleen past die laptop weer niet zo goed in mijn binnenzak. Ik ga er zichtbaar schuin van lopen en de stof van mijn jas scheurt uit.

Al op dag twee van de vakantie heb ik dus een groot probleem. Mijn mooie 128 MB geheugenkaart is ineens onbruikbaar, rest mij nog het enige overgebleven kaartje van 64 MB. Waarvan een soortgelijk kaartje een half jaar geleden is overleden en dat is geen prettig vooruitzicht.

Een camera zonder kaartjes, daar doe je niet zoveel mee. Die kraakt alleen heel leuk als je er met kracht op trapt, maar na één keer is daar de lol ook wel vanaf. Met veel tussentijds opschonen kom ik de week door. Wel loop ik het risico midden op de heide per ongeluk de mooiste foto’s te verwijderen in een poging ruimte vrij te maken. Op zo’n LCD-scherm zie je ook niet altijd alles even helder.

De moraal van dit verhaal begint pas thuis. En bij terugkeer op het werk. Collega Bram-Jan, in het bezit van de nieuwere Olympus C-3040Z, krijgt zowaar mijn geheugenkaartje weer aan de praat! Ook het kaartje dat maanden geleden kapot ging.

Ze zijn namelijk niet kapot, ze werken alleen niet meer. Lees de vorige zin nog eens na, er staat écht iets zinnigs. Met veel geduld, FDISK en FORMAT, krijgt Bram-Jan zijn laptop zover dat deze de kaartjes weer herkent.

Thuis aangekomen denkt mijn Olympus 3030 daar toch heel anders over. Die weigert steevast met deze kaartjes in zee te gaan. Veelvuldig raadplegen van Google leert mij dat veel mensen met Smartmedia kaartjes met dit probleem te maken hebben.

Ze lijken rijp voor de prullenbak, maar kunnen weer tot leven worden gewekt via een Rio MP3-speler, of via het programma SMPREP.EXE dat tot voor kort bij enkele kaartlezers werd meegeleverd (Sandisk en Zio).

Helaas is dit programma nergens meer te vinden en de oude versie die ik van iemand ontvang (nadat ik de halve wereld via e-mail heb aangeschreven) werkt helaas niet met de Sandisk kaartlezer die momenteel nog te koop is.

Ik denk dat ik weet waarom SMPREP.EXE zomaar ineens is verbannen, maar kan dat niet in tien woorden uitleggen. Daarom zal ik je binnenkort nóg eenmaal met een column (zie column ‘Een brede blik’) over dit onderwerp vervelen.

Feit blijft dat ik mijn dure Smartmedia kaarten niet zelf kan herstellen. Ik kan ze niet gebruiken, terwijl ze niet eens kapot zijn! Het zijn met recht ramPkaarten.