Geplaatst op

Column: Rekken vol

Het is boodschappentijd. Wekelijks haal ik na het werk in één keer alle boodschappen in huis. Niet echt een leuk klusje en met zo’n overvolle kar is het bij de lopende kassaband vaak nogal stressen om het hoge tempo bij te houden. Immers, er wordt tegenwoordig gescand en niet meer met de hand aangeslagen. Gelukkig ben ik er daarna weer een tijdje vanaf. Een week, om precies te zijn.

’s Middags bepaalt Elvira aan de hand van een inventarisatie van kast en koelkast wat er nodig is, stuurt een meeltje met de benodigde boodschappen en dat print ik vervolgens op mijn werk uit. Onderweg naar huis rijd ik meteen langs de supermarkt. Werkt perfect zo.

Enige nadeel is dat Elvira dankzij deze methode zo weinig in de supermarkt komt, dat ze werkelijk geen idee heeft wat waar ligt, staat en hangt. Haar lijstje stuurt mij daarom van hot naar her door de winkel en weer terug, en dat is nogal irritant en omslachtig.

Daarom reorganiseer ik regelmatig het voorbeelddocument dat ze gebruikt om het meeltje te maken. Tot AH of C1000 weer eens besluit om de complete winkel op z’n kop te zetten. Daarna ben ik minstens twee keer zo lang in de winkel aan het rondtoeren en dan nog keer ik met te weinig spullen richting huis.

Vandaag gebeurt er na binnenkomst bij de Appie Happie iets vreemds. Ik ben er wel, maar ben er tegelijkertijd ook weer niet. Of beter gezegd, ik ben op een andere manier aanwezig. Kijk op een andere manier tegen het fenomeen supermarkt aan. Noem het een helder moment. Alsof ik plotseling wakker word in een vreemde wereld.

Verbaasd kijk ik om mij heen. Staar naar alle koopwaar, keurig netjes in rijen en kolommen voor ons opgesteld. Comfortabele looppaden tussen tientallen meters lange rekken volgestouwd met kleurrijk verpakte producten.

Pakjes, potjes en zakjes. Alles netjes gerangschikt. Jam bij jam, vlees bij vlees, alle koekjes bij elkaar, alle snoepjes bij elkaar, en ga zo maar door. Vlees in hapklare brokken, verpakt in plastic bakjes. Vooral niet herkenbaar als iets dat ooit toebehoorde aan een levend dier. Keuze uit talloze soorten groente en fruit. Los, of voorverpakt in zakjes of potjes.

Wat worden wij enorm verwend, zonder dat we erbij stilstaan! Echt alles wat wij nodig hebben is ruim op voorraad. Elk product ook nog beschikbaar in een veelheid aan merken. We hoeven alleen maar een keuze te maken en iets uit het schap te pakken.

Al kan dat kiezen nog best lastig zijn. Hoe vaak sta ik wel niet bij de koekjes of de chocolade te dralen, weet ik niet wat ik dit keer moet meenemen? Er liggen tientallen soorten, maar welke vind mijn verwende tong nog lekker?

Alles ligt in oneindig lange schappen op ons te wachten en we graaien en we graaien alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Tot iets ineens tijdelijk niet voorradig is. Dan klagen we steen een been. Moeten we een andere keer terugkomen, of naar een andere supermarkt rijden.

Het is bijna onvoorstelbaar dat het ooit anders is geweest – en dat op veel plekken op de wereld nog steeds is. Vroeger had je niet zo’n ruime keuze. Vooral niet wat betreft luxe producten – en te veel mensen hebben vandaag de dag nog steeds weinig tot niets te kiezen.

Mensen die maar wat blij zouden zijn met alleen al de ‘gewone levensmiddelen’ die wij dumpen omdat de ‘vers tot’ of ‘houdbaar tot’ datum gisteren net is verstreken. Het is moeilijk voor te stellen als je in Nederland leeft. Het lijkt zó ver van huis. Zó onwerkelijk.

Een karretje botst tegen mijn scheenbeen en een gehaaste jongeman kijkt mij geïrriteerd aan. Mijn helderheid, mijn staat van wakker zijn, is direct verdwenen.

Ik sta weer gewoon in de Appie Happie en staar naar de lange lijst met benodigdheden in mijn hand.

Snel loop ik verder en gooi mijn wekelijkse karretje vol.