De auto moet naar de APK – en ik zie de bui nu al hangen, want we gaan binnenkort een weekje weg. Nadeel is dat een auto kan worden afgekeurd, of eerst gerepareerd moet worden, voordat hij kan worden goedgekeurd. Dus snel een afspraak gemaakt om bij de garage langs te gaan.
Opvallend vaak gaat in of voor onze vakanties iets heel erg mis met de auto. Zoals enkele jaren geleden, toen een week voor de vakantie de versnellingsbak het begaf. Inbouwen dan wel ombouwen verliep moeizaam, waardoor wij op de dag van vertrek met een afgeladen leenauto eerst langs de garage moesten om onze eigen, vers gerepareerd, auto op te halen. En maar hopen dat hij het niet opnieuw zou begeven, ergens op de snelweg tussen garage en vakantiebestemming.
Luttele maanden erna, tijdens een korte vakantie in Wittem (Zuid-Limburg), kreeg de koppeling ineens kuren. Ongetwijfeld een staartje van de eerder genoemde reparatie.
Gelukkig woonde de meneer van de ANWB vlakbij ons hotel in Wittem, want wij hebben hem geregeld nodig gehad. ’s Morgens lag hij al onder het motorblok en dan konden we weer een dag vooruit (voor die tijd was de beste man er wel weer onderuit gekropen).
Op de dag van de terugreis kreeg hij de koppeling pas na veel moeite weer aan de praat. Aan mij de opdracht het vehikel in één ruk en met constante snelheid naar Amsterdam terug te rijden. Gelukkig bestaat dat traject voornamelijk uit één snelweg: de A2. Bij Simpelveld erop, bij Osdorp eraf. Het enige stoplicht op die route bevindt zich bij de rotonde onder Eindhoven en dat stond uiteraard breeduit op rood. Ik moest mijn eigen privé groene golf maken: tergend langzaam het stoplicht naderen tot het eindelijk op groen sprong.
Wonder boven wonder komt onze huidige auto smetteloos door de APK. En nog ruim voor onze korte vakantie ook! Een hele opluchting. Dat onze mooie plafondlamp van Harkoloor diezelfde avond bezwijkt, mag de pret niet drukken. De volgende dag vlieg ik op de A10 bijna uit een iets te sportief genomen bocht, door – zoals later blijkt – een lekke voorband die van 2.2 naar 1.6 bar is gezakt.
In een poging het voorwiel eraf te halen, bezwijkt de krik. Heel handig hoor van Renault, een krik in de achterbak leggen waarvan de zwengel meteen ook gebruikt wordt om de wielbouten los te draaien. Door de krachten waaraan deze boutendraaier bloot staat, verbuigt een en ander dusdanig dat de onderdelen van de krik daarna met geen mogelijkheid meer in elkaar passen.
Na aanschaf van een échte krik en een échte boutendraaier kan het reservewiel er dan eindelijk op en het lekkende wiel naar de garage. Amper een uur later is het leed geleden.
Prompt bezwijkt de wasmachine, terwijl over enkele dagen de vakantie begint. Na een poging van mijzelf het ding te repareren, toch maar de technische dienst gebeld. Uitgerust met een nieuwe deurschakelaar werkt het apparaat weer en kunnen wij de spullen die mee op vakantie moeten alsnog wassen.
Opgelucht halen we adem, want de vakantie nadert met rasse schreden. Omdat het altijd handig is om de filemeldingen bij de hand te hebben, snor ik het toetsenbordje van de autoradio op. Dat heb ik in maanden al niet meer gebruikt. Het display blijft angstaanjagend donker. Na de CD-wisselaar een half jaar geleden, is nu blijkbaar ook de autoradio zelf heengegaan. Blijkbaar kunnen ook apparaten die je níet gebruikt kapot gaan.
Op de tweede dag van onze vakantie kan ik plotseling de geheugenkaart van mijn camera niet meer benaderen. Even denk ik dat de camera opnieuw kapot is. De laatste keer was het ding enkele maanden weg voor een simpele reparatie (zie column Wachten), maar dit keer heb ik geluk. Het is “slechts” mijn geheugenkaart die niet meer wil.
Op hetzelfde moment gaat mijn humeur kapot en zie dat maar eens te repareren.