Ik ben misschien vijf keer in mijn leven in Amersfoort geweest, maar in dierenpark Amersfoort was ik niet eerder. Pak hem beet vijf uur heb ik op dat stukje aardbodem rondgelopen, zo’n slordige driehonderd minuten in totaal. Waarvan slechts drie minuten in het verblijf der nachtdieren. Dat is amper tweehonderd seconden. En toch gebeurde uitgerekend dáár en in die korte tijd iets zeer opmerkelijks.
Er loopt een rode draad door mijn leven. Een vreemde kronkel, die onbedoeld en vooral ongewild af en toe mijn levenspad kruist. Het is moeilijk uit te leggen, ik begrijp het zelf niet eens. Daarom dit verhelderende voorbeeld. Want waar ik met mijn verstand niet bij kan, is dat op die ene dag in de dierentuin in Amersfoort, wat tot nu toe de enige dag in mijn hele leven is dat ik daar ben geweest, ik slechts één overdekte ruimte heb bezocht. Dat is het verblijf van de nachtdieren, de plek waar het opmerkelijke voorval plaatsvond. Op die drie minuten na, heb ik de hele dag in de openlucht doorgebracht.
Luttele minuten liep ik daar in het duister rond. Op zoek naar dieren die helemaal niet gezien wilden worden. Op weg naar de uitgang stuitte ik op een gesloten schuifdeur. Er zat een rood lichtje naast. Het was een schakelaar. Een rode schakelaar. Nu weet ik dat je nooit op rode knoppen moet drukken. Dat is immers vragen om moeilijkheden. Zeker als er ook nog een rood lampje in brandt. Maar ik stond daar voor die glasplaat en wilde graag naar buiten. Aan de andere kant van de ruit, voor mij onbereikbaar, liepen allemaal mensen. En die kwamen daar niet vanzelf, leek mij zo.
Gedurende vijftien lange seconden zweefde mijn vinger besluiteloos boven de knop. Ik kon maar één functie bedenken voor een knop op deze plek. En dus besloot ik erop te drukken. En precies in die ene microseconde gebeurde het…
Felle lampen sprongen aan in het nachtverblijf, waardoor meteen goed te zien was dat er geen enkel nachtdier te bespeuren viel. Tegelijkertijd zwol een indringende sirene aan. Je kent ze wel, ze geven vaak een brandmelding aan. Overal mensen die verschrikt om zich heen keken.
Snel wrong ik mij door de deur die nu was opengesprongen naar buiten. Met een rood hoofd, roder nog dan de knop waarop ik zojuist had gedrukt. Dwars tegen de stroom personeelsleden in, die gewapend met staaflantaarns het nachtverblijf binnenstormden. Waar inmiddels dus die felle lampen brandden.
Tijdens die hele dag rondlopen in de dierentuin ben ik maar één zo’n rode knop tegengekomen. Waarom gebeurt er dan juist op het moment dat ik hierop druk iets wat helemaal niets met die knop te maken heeft: een brandalarm dat om een heel andere reden afgaat. Waarom nou niet vijf seconden eerder, of liever, vijf seconden later, als ik allang buiten loop. Nee hoor, exact op dat moment.
Het is een vreemde kronkel, die vaak en onverwachts mijn levenspad kruist. De rode draad in mijn leven. Sommigen noemen het stom toeval. Waar zou het toch door komen?