Achter mij zit een nogal bazige meneer. Hij denkt alles beter te weten dan zijn vrouw. Met luide stem geeft hij haar instructies. Ik kan ze niet zien. Ze zitten achter mij. Hun zoontje speelt met Laura in het speelhoekje van tuincentrum Osdorp. Ballenbak, klauterinstallatie met glijbanen en houten picknicktafels voor de ouders. Dit alles uiteraard pal naast het restaurant voor wat extra inkomsten.
Ik zit wat te zitten. Elvira heeft mij verlaten, ze zwerft ergens in het tuincentrum rond en ik kijk verveeld voor mij uit. Volgende keer toch maar een boekje meenemen.
Uitgerekend vandaag besloot Elvira dat het tijd is om planten te kopen en naar tuinmeubels te gaan kijken. Toen ze dat een uurtje geleden voorstelde keek ik haar een beetje glazig aan.
De hele week worden we lekker gemaakt met het vooruitzicht dat het vanaf VANDAAG, deze zaterdag, bloedheet wordt. Mensen die naar de kust willen, worden aangeraden dat vroeg op de dag te doen, zodat ze niet ongewild in de file van het mooie weer hoeven te genieten. En wij, wij gaan naar het tuincentrum.
De mevrouw achter mij is opgestaan en loopt voorbij. De bazige meneer, haar man, probeert haar ondertussen in de richting te sturen die hij de juiste vindt.
‘Sjakkie, ga er aan die kant in!’ roept hij gebiedend.
De vrouw geeft geen krimpt en loopt gewoon door. Kijk, dat mag ik wel. Ze kijkt niet om, haalt ook haar schouders niet op, nee, ze loopt lekker door. Omdat ze weet waar ze naartoe wil en op welke manier. Even later slentert ze op haar gemak terug.
Ze zal vast Jacqueline heten, maar haar man noemt haar consequent Jackie. Alleen dan uitgesproken als Sjakkie.
Kijk, zo’n huis met een tuin is best leuk, maar af en toe vraag ik mij af waarom wij zo’n mini-regenwoud hebben. Naar mijn idee is een tuin bedoeld om er met een boek op een bankje te gaan zitten en te genieten van de rust.
Maanden geleden, op de eerste zonnige dag van het jaar, toog ik dan ook vol goede moed met de benodigde attributen de achterdeur uit, alleen had Elvira een verrassing in petto.
Struiken moesten gesnoeid, gras gemaaid, tuinmeubels gereinigd, schuttingplanken vastgetimmerd, grasmatten hersteld en borders gerepareerd. Bij zonsondergang dook ik vies en vermoeid onder de douche en de dag erna was een maandag en dus moest ik weer aan de slag.
Het grote nadeel van een tuin is het onderhoud. Een mooie tuin kost veel tijd en geld. Volplempen met asfalt zou een oplossing zijn, maar niet zo aanlokkelijk.
Straks, na het tuincentrum waar ik nu weg zit te smelten in de tropische, vochtige hitte, moeten we nog even langs de C1000 voor wat barbecue attributen en dan gaan we toch echt lekker in de tuin zitten. Reken maar. Met een boekje en de Psion zakcomputer voor een spontaan opborrelende column. Bijvoorbeeld over tuincentrumbelevenissen.
Sjakkie krijgt weer eens een commando toegespeeld. Ze wordt door haar man behandeld alsof ze een klein kind is.
Klein kind? Ineens zie ik haar achter een stellage met plantenpotten opduiken. Dat is nogal ver weg van de kinderspeelhoek.
Tegen wie heeft die vent het dan?
Langzaam komt het besef en ik krijg het nog warmer dan ik het al had.
De vrouw laat de plantenpotten voor wat ze zijn en komt onze kant uitgelopen. Waarop haar man opgewekt zegt: ‘Kom Niek, we gaan naar huis’.
Daarna richt hij zich tot zijn zoontje, die samen met Laura in het klauterparadijs aan het spelen is: ‘Kom Sjakkie, we gaan naar huis.’