Nog voordat Laura kon kruipen waren wij al helemaal voorbereid. Daar waren slechts enkele waarschuwingen – waaronder een Postbus 51 spotje – gevolgd door een bezoekje aan de plaatselijke doe-het-zelf winkel voor nodig. Al snel zaten er klemmetjes op alle deuren, ramen en laden, afdekplaatjes voor alle stopcontacten en stonden er hekjes boven en onderaan de trap.
Naast de geboorte van Laura – eind 1997 – was dit een volgende grote verandering in mijn leven. Want nooit eerder heb ik dagelijks zoveel haakjes en klemmetjes los en weer vast staan maken.
Ik geef het toe, het is trouwens algemeen bekend, ‘nieuwe ouders’ zijn overbezorgd, het gaat immers om hun eerste kind. Elvira en ik waren zeker bezorgd. En niet onterecht denk ik. Er wordt niet voor niets gewezen op al het erge dat je kind kan overkomen.
Eén kort moment van onoplettendheid en er kan onherstelbare schade en leed zijn aangericht. Een kind dat aan een tafelkleed trekt en een pot hete thee over zich heen krijgt, een kind dat via een doos en wat opgestapeld speelgoed op de vensterbank klimt en uit een openstaand raam kukelt.
Of zoals deze week gebeurde, vlak voor de wielen van mijn auto. Een kind van hooguit drie jaar staat hand in hand met zijn vader netjes langs de kant van de weg te wachten.
Plotseling trekt de kleine zich los en rent naar zijn oudere broer die zich aan de overkant van de weg bevindt. Gelukkig reed ik langzamer dan stapvoets, ik had vlak ervoor het oudere kind al tussen een paar geparkeerde auto’s door zien rennen en vertrouwde het niet. Daarnaast zijn de remmen van een Renault Mégane ongeëvenaard. En toch ging het nog maar nét goed.
Of zoals bij ons thuis. Pappa Kees die enthousiast de kamer binnenkomt en Laura die aan de andere kant van de deur enthousiast naar pappa rent. Ze liep met haar voorhoofd frontaal tegen de deur terwijl ik die opende en werd door de klap rechtstandig naar achteren geslingerd, om met een harde bons op de vloer terecht te komen.
Laura schreeuwde het uit. Het viel gelukkig mee, het was voornamelijk de schrik. Sinds die tijd – er is inmiddels al meer dan een jaar verstreken – doe ik keer op keer heel langzaam en voorzichtig de kamerdeur open en steek eerst mijn hoofd om de hoek.
Die klemmetjes op kastjes en lades heb ik al heel snel nadat ik ze had aangebracht weer weggehaald. Voor elke kleinigheid moest zo’n irritant klemmetje losgepeuterd worden. Dat ging heel snel vervelen. Ik had ook meer het idee dat ik zelf nergens bij mocht, dan dat het voor Laura bedoeld was. Laura blijft af van spullen waar ze niet aan mag zitten, we hoeven het haar slechts éénmaal te vertellen: dat is gif, daar mag je niet aanzitten, dat wordt heet, niet aanraken, enzovoort.
Apparatuur heeft ze al heel jong leren bedienen, dus ze weet op welke knopjes ze moet drukken en hoe ze een videoband in de recorder moet stoppen. Je zult bij ons geen banaan in de videorecorder aantreffen, wat een collega van mij ooit wel is overkomen. Geloof me, een banaan kan er helemaal in. Echt waar. Eruit is een stuk lastiger heb ik mij laten vertellen. Vooral als je niet weet dat er al iets in je videorecorder zit en je bij het voelen van enige weerstand nog even wat harder tegen de videoband drukt die je wilt gaan bekijken.
Toch blijft het oppassen. Zo zijn we afgelopen weekend begonnen met het opknappen van de woonkamer. In de eerste fase moesten het plafond gewit en de muren geverfd. Laura wilde persé meehelpen. Ze wilde ook muren verven, net als pappa en mamma. De spanning was onthoudbaar, ze wilde meteen beginnen. En wij maar uitleggen dat we eerst allerlei voorbereidingen moesten treffen.
Zoals meubels verplaatsen en afdekken en meer van dat soort onzin. Het was bijna zover en ik deed wat ik altijd doe zodra ik een muur ga verven of behangen: ik pak een schroevendraaier en haal de hardplastic afdekplaatjes van telefoonaansluiting, centrale antenne en die van de stopcontacten weg. Daar wil ik immers niet overheen verven of behangen.
Ik schroefde net het laatste afdekplaatje los, toen Laura deed wat kleine kinderen altijd doen: een volwassene na-apen. Ze zat op haar hurken bij het stopcontact waar ik net vandaan kwam en peuterde erin met iets langwerpigs. Op haar manier zat ze denkbeeldige schroeven los te draaien. Binnen een tel was ik bij haar. Gelukkig was ze met een plastic klei-mesje bezig en ook naast de kleine ronde gaatjes van het stopcontact. Ze had een trotse blik op haar gezicht, zo van: kijk mij eens pappa, hoe goed ik meehelp.
Hoewel Laura aardig onder de indruk was van mijn schrikreactie en er waarschijnlijk nooit meer aankomt, heb ik voor de zekerheid alle afdekplaatjes meteen weer teruggezet. Pas als Elvira of ik al vervende het stukje muur rondom een contactpunt bereikten, haalde ik het betreffende afdekplaatje heel even weg. Op meer spanning zaten wij echt niet te wachten!