Geplaatst op

Column: Tempo

Ik ben een grote fan van reclames. Was het hele leven maar één groot reclameblok, heerlijk. Als ik één wens mocht doen… dan werden alle tussenliggende programma’s, het purschuim van de televisie, met ingang van het nieuwe jaar meteen wegbezuinigd. Reclames zijn uiterst leerzaam en er worden veel goede adviezen gegeven, het is echt onvoorstelbaar. Daarnaast is reclame nog gratis ook.

Reclames zijn recht door zee, zodat ik meteen weet waar ik aan toe ben. Zo weet ik nu dat ik voor gek sta als ik met contant geld betaal. En in gedachten zie ik mijn auto tweemaal gereinigd worden, eerst handmatig en vervolgens machinaal, waarbij dat tweede uiteraard veel en veel beter is.

Dat ik al die jaren voor gek heb gestaan, het is niet te geloven! Gelukkig ben ik erop attent gemaakt.

Net zo is het werkelijk nooit in mij opgekomen dat je in een tram yoghurt kunt opslurpen. Gelukkig maar, want nog voordat ik zelf op dit lumineuze idee kon komen en een stommiteit beging, werd aan mij getoond dat een yoghurtbakje dan helemaal niet zo handig is. Veel beter is het om aan een tuitje te zuigen.

En inderdaad, ik zag vandaag een leeftijdgenoot in de supermarkt lopen. Hij kon niet wachten tot hij eindelijk voorbij de kassa was. Meteen rukte hij het kunststof zakje van zijn Breaker open en zoog met gulzige halen zijn mond vol yoghurt.

Ik keek gespannen toe terwijl zijn adamsappel wild op en neer schoot: hij slikte het echt door! Daarna rolde hij het omhulsel strak op tot een smalle koker, perste met zijn handen de laatste druppels eruit en likte ook dat nog op. Met een gelukzalige blik in zijn ogen verliet hij de supermarkt.

Toevallig zag ik een Tempo-zakdoekjes reclame, net op het moment dat Elvira wilde opstaan om naar de wc te gaan. ‘Stop, blijf zitten!’ riep ik en reikte haar een opengevouwen papieren zakdoekje aan. ‘Het is een Tempo,’ zei ik met veelzeggende blik. Ze knikte en we hielden beiden een uiteinde van het zakdoekje vast.

Ik trok eraan, Elvira veerde op en plofte meteen weer terug in de bank. Allebei staarden wij naar de halve zakdoeken in onze handen. ‘We doen toch iets fout,’ zei ik nog. ‘Blijf maar even zitten tot we het beter hebben bekeken.’

Twee uur later kwam de reclame dan eindelijk opnieuw voorbij. Elvira zat inmiddels met samengeknepen knieën op de bank. ‘Oké, zo moet het dus, nu mag je naar de wc.’ Ik reikte haar een nieuwe zakdoek aan en ditmaal hielden we hem aan de brede kant vast. Ik trok en staarde teleurgesteld naar het rafelige, pluizige vodje dat ik in mijn hand hield. ‘Wat doe je nou fout?’ vroeg ik radeloos.

In de reclame was toch echt heel duidelijk te zien dat de man een zakdoekje aanreikte waarmee hij zijn vrouw vanaf de bank overeind trok. Zó stevig was dat zakdoekje. Vandaar ook de gevleugelde kreet: ‘Het is een tempo!’

Vier uur ’s nachts. De vloer ligt bezaaid met ruw uiteengescheurde zakdoeken en ik staar naar het lege plastic omhulsel van het allerlaatste pakje Temp-zakdoeken. ‘Vooruit dan maar, ga maar naar de wc.’ Maar om een of andere reden hoefde ze ineens niet meer.

Ik moest niezen en er kriebelde iets in mijn neus. ‘Heb je een zakdoekje?’ vroeg ik aan Elvira, terwijl ik een hand onder mijn druipende neus hield. Te laat besefte ik de domheid van mijn vraag. ‘Laat maar, ik pak wel een stukje keukenrol, die dingen zijn beresterk heb ik ergens gezien.’

Ik scheurde een velletje af en snoot mijn neus. Het snot spoot door het rafelige gat dat ontstond alsof een explosie het papier aan flarden rukte. Warme, vochtige draden snot hingen onder mijn handpalm.

Jakkes. Even weghalen met dat nieuwe desinfecterende middel. Daarop begon mijn vel te borrelen en te sissen en krijste ik het uit van de pijn. Snel dat ontsmettingsmiddel voor wondjes dat niet prikt erop druppelen.

Als door duizenden naalden gestoken danste ik joelend door de kamer. Snel, een stevige pijnstiller. Meteen barstte mijn hoofd uiteen als een overrijpe meloen.

Als laatste redmiddel een Smoover om mijn ruw geschreeuwde keel te verzachten, een Breezer om de pijn te verdoven en een koele Breaker als kompres tegen mijn voorhoofd.