Geplaatst op

Column: Tuinkamer

We zitten in het restaurantgedeelte van een knus familiehotel in Zuid-Limburg. Met zicht op zowel het parkeerterrein als de receptie. We willen net aan het hoofdgerecht beginnen als twee dames met allebei een rolkoffer aan de ene hand en groot kussen onder de andere arm op de receptie afstevenen. Of beter gezegd, eigenlijk valt het stel ons pas op als ze al een tijdje bij de receptie staan te praten. Om heel precies te zijn, zodra een niet te negeren verandering in de manier van praten is waar te nemen: harder, dwingender en geïrriteerd.

Daardoor was het gesprek vrij aardig te volgen, terwijl wij ondertussen de eerste happen naar binnen werkten. Wat was er aan de hand? Het tweetal had een tijdje terug online een weekendje gereserveerd en hier later ook nog even over gebeld. Hierbij was specifiek gevraagd om een ‘tuinkamer’ omdat die een eerdere keer zo goed was bevallen. Bij aankomst in het hotel kregen ze precies waar ze om gevraagd hadden, een tuinkamer.

Niets aan de hand dus, of toch wel? Ze kregen dus een tuinkamer, alleen bleek dat helemaal niet de bedoeling te zijn. Het hotel heeft een soort hoefijzervorm, waardoor er een mooie binnentuin is. Je raadt het al, alle tuinkamers kijken uit op die fraaie binnentuin. Aan de buitenzijde van dit ‘hoefijzer’ kijk je, als je heel veel geluk hebt, uit over uitgestrekte landerijen. Vooral als je op de begane grond zit is dat ideaal, want dan kun je lekker buiten zitten en tegelijkertijd genieten van het weidse uitzicht.

Opnieuw raad je het, precies dit is het type kamer dat door deze twee dames als tuinkamer wordt aangeduid. ‘Zo noemen wij de kamers aan de buitenrand die uitkijken over de landerijen,’ klonk het dan ook. Waarop de receptioniste geduldig aangaf dat alle tuinkamers, zoals de naam aangeeft, aan de binnentuin grenzen en dit ook op de website zo staat aangegeven. Even snel van kamer wisselen dan maar? Dat is helaas niet mogelijk, alle kamers zijn geboekt.

Het gesprek ging nog best een tijdje op een pittige manier door. We waren al bijna aan ons dessert toe. Het eindigde met de beslissing van de twee om dan maar opnieuw tweeëneenhalf uur in de auto te gaan zitten, om in het donker het hele eind weer terug te rijden naar Amsterdam. Terwijl ze mokkend naar buiten liepen barstte de receptioniste in huilen uit.

Terwijl ons toetje in aantocht was viel mij ineens op dat de twee al een tijdje in hun auto zaten, maar het parkeerterrein nog niet hadden verlaten. Zaten ook zij nu uit te huilen? Of werden er verwoede pogingen ondernomen om snel nog even een ander hotel te vinden? Op vrijdagavond tijdens het hoogseizoen is die kans natuurlijk niet al te groot. En dan nog, biedt dat hotel en die kamer dan wel uitzicht op landerijen?

Zeg nou zelf, had een kamer met uitzicht op de rustige binnentuin niet ook volstaan voor die twee nachtjes? Om een volgende keer tijdens het reserveren wel om de juiste kamer te vragen? (een ‘landerijkamer’ wellicht?)

Misschien kan een workshopje ‘omgaan met teleurstellingen’ erbij boeken dan ook geen kwaad.