Geplaatst op

Column: Twee seconden

‘Mooi hè!’ Het was meer een constatering dan een vraag.

Daar zat ik dan. Hoe moest ik het hem vertellen? Ik vond er namelijk totaal niets aan, de muziek die de man draaide waar ik op bezoek was. Voorzichtig vertelde ik hem dat ik van andere muziek hield en dit dus niet echt mooi vond. Hij kon het niet begrijpen. ‘Maar het is toch prachtig!’ sputterde hij tegen. Ik gaf toe dat het ongetwijfeld prachtig was voor iemand die ervan hield.

Een tijdje praatten we verder over van alles en nog wat. De muziek was inmiddels wat harder gezet, een nieuw nummer van dezelfde soort was begonnen. Het geluid was prominent aanwezig en ik had moeite om mijn aandacht bij het gesprek te houden.

Dat bleef niet onopgemerkt. ‘Mooi hè, die trompet. Zo zuiver.’ Ik knikte. De instrumenten die ik hoorde klonken inderdaad erg zuiver en natuurgetrouw, dat kon ik niet ontkennen. Dat betekende alleen niet dat ik daardoor ook de muziek mooi vond. Dat zijn twee totaal verschillende dingen en dat vertelde ik hem dan ook. Hij keek mij glazig aan en vroeg wat ik dan wel mooi vond.

Uiteraard houd ook ik van mooie muziek, zoals denk ik iedereen van mooie muziek houdt. Wat alleen niet wil zeggen dat het in alle gevallen dezelfde muziek is. Er zijn veel muzieksoorten en voor iedereen zal er wel iets bij zitten. Je moet er iets in horen, het moet je liggen. Het moet bepaalde gevoelens, een stemming, of emotie oproepen.

Zo vindt de man uit deze column zijn soort muziek de allermooiste die er is. Fantastisch! Wat is er mooier dan kunnen genieten van muziek die je prachtig vindt en waarvan je urenlang kunt genieten. Zeker als je in het bezit bent van een high-end muziekinstallatie waarmee je alle nuances vrijwel perfect kunt weergeven.

Zijn muziek doet mij niets. Alhoewel? Dat is niet waar, het is eerder omgekeerd. Ik voel mij er onbehaaglijk bij. Zoals hij zich niet kan voorstellen dat ik zijn muziekkeuze niet kan waarderen, zo kan ik mij niet voorstellen dat hij er mateloos van kan genieten. Ik word er alleen maar hopeloos nerveus van. De muziek irriteert mij, brengt mij van slag. Ik kan er geen melodie of wat dan ook in ontdekken. Voor mij zijn het een stel muzikanten die maar wat voor zich uit zitten te spelen, waarbij ze af en toe heel toevallig even een paar tellen in de maat spelen en er bijna iets moois dreigt te ontstaan. Heel even maar. Dan lopen ze alweer mijlenver uit elkaar.

Mijn motto van vandaag is dan ook: val een ander niet lastig met muziek die hij of zij niet wil horen. Rationeel kan ik het niet verklaren, maar muziek die je niet mooi vindt, is gewoon onuitstaanbaar. Wat mij betreft kunnen er op zo’n CD niet genoeg nummers staan. Hoe meer, hoe beter. Tegenstrijdig? Helemaal niet. Want na elk nummer volgt een twee seconden durende oase van pure rust! Dan krijg ik de kans om heel even te genieten van de stilte, mijn oren rust te gunnen en vooral mij voor te bereiden op de volgende paar minuten van verschrikking die onvermijdelijk gaan volgen.