Geplaatst op

Column: Verwend

Agressie. Ik kan daar zo kwaad om worden! Veel agressie is een direct gevolg van het gemak waarmee dingen tegenwoordig gaan. We leven in een welvarend land, kunnen doen en zeggen wat we willen, baden in luxe en voelen ons veilig.

Met verbazing zie ik een dreumes, die de loopgerechtigde leeftijd niet eens heeft bereikt, in een elektrisch karretje voorbij tuffen. Pappa en mamma lopen tien meter ervoor en houden telkens enkele tellen halt zodat het kind de achterstand een beetje kan verkleinen.

De half lege accu heeft hoorbaar moeite met het hobbelige Amterdamse voetpad. Ukkie heeft een uitgestreken gezicht waar de verveling vanaf druipt. Logisch, hij hoeft niets te doen, alleen maar een pedaaltje indrukken en soms een draai aan een plastic stuurtje geven.

Pappa en mamma slaan rechtsaf. Meneer dreumes is het niet met zijn ouders eens en laat dat duidelijk merken. Midden op straat haalt hij zijn voetje van het pedaal. Want meneer wil linksaf en blijft eigenwijs staan.

Pappa probeert de kleine te overreden om rechtsaf te slaan. Mamma komt met aanvullende argumenten. Niets helpt. Uiteindelijk gaat het stel mokkend linksaf en heer dreumes geeft gas. Hortend en stotend en met gierende elektromotor vervolgt hij zijn weg.

Iedereen heeft tegenwoordig alles. Neem de mobiele telefoon en de (eventueel draagbare) computer. De één heeft geld zat en koopt het meest luxueuze model, een ander sluit er een lening voor af en doet net zo hard mee, weer een ander jat het liever op station Lelylaan en de rest neemt tandenknarsend genoegen met een eenvoudig ogend model of met een tweedehandsje.

Iedereen heeft alles en het lijkt met veel gemak te gaan. Zodra je iets ziet, koop je het. Heb je even geen geld, sluit je in dezelfde winkel een lening af. Zit je thuis? Via internet winkel je gewoon verder en laat het de dag erna thuis bezorgen. De rekening volgt vanzelf. Alles wat we willen hebben, hebben we binnen de kortste keren in huis. Dat zijn we zo gewend. Het is pas een probleem als het een keertje anders gaat.

Donderdagmorgen. Ik stap in de metro en de deuren gaan dicht. Het is een pakhuis gevuld met mensen. Ik houd mij zoals altijd vast aan een paal in het halletje, want zo stevig sta ik nog niet in mijn schoenen. Plotseling verschijnt de neus van een schoen in beeld, tussen de al bijna gesloten deuren.

Boem! Een jongen, een scholier, wil wel héél graag met deze metro mee. De deuren blokkeren, ze gaan niet meer open en ze kunnen niet dicht. Een medepassagier en ik drukken op knoppen, sjorren aan de deur, maar helaas. De jongen op het perron geeft niet op. Minstens een minuut houdt hij zijn schoen eigenwijs tussen de deuren. De metro met al zijn passagiers moet maar even wachten, want meneer moet persé mee.

Zo gaat het niet lukken. Ooit heb ik iemand meerdere meters met een trein meegesleurd zien worden. Dat nooit meer. Als hij de juiste beslissing niet kan nemen, doe ik dat wel voor hem. Met mijn schoen geef ik een tikje tegen de zijne. De schoenpunt verdwijnt en de deuren vallen met een klap dicht.

Vanaf het perron klinkt een scheldkanonnade en de deur trilt hevig onder de enorme trappen die het te verwerken krijgt. En dan te bedenken dat die trappen in feite voor mij bedoeld zijn.

Het valt ook niet mee voor die arme knaap. In een leven waarin hij altijd zijn zin krijgt en iedereen alles doet om het hem naar de zin te maken, is hij niet gewend aan tegenslag. Hij kan er niet mee omgaan, immers: dat heeft hij nooit geleerd. Stel je voor, nu moet hij wachten op de volgende metro, die juist in de verte komt aanrijden.