Geplaatst op

Column: Voor altijd verloren

Vijf jaar ben je nu, Laura. Vijf-en-een-half zoals je zo verwijtend kan zeggen. Een hele meid al en hoewel ik er niet continu bij stilsta, weet ik dat het onvermijdelijk is dat ik je kwijtraak.

Een klein, met grote blauwe kijkers hulpeloos de wereld in kijkend hoopje mens. Zo ben je begonnen. Als ik de negen maanden ervoor niet meetel. Het enige zichtbare in die begintijd was een licht golvende buikwand en het enige hoorbare het ruisende geluid uit een klein apparaat bij de verloskundige. Van grappige geluidjes tot de eerste, voor pappa en mamma althans, verstaanbare woordjes. Van ongecontroleerd bewegende armpjes en beentjes naar kruipen en alles beetpakken en in je mond stoppen. Waggelen. Lopen. Rennen. Geluidjes werden woordjes werden woorden werden zinnen en zijn inmiddels uitgegroeid tot indrukwekkende monologen. Want kleppen, dat kun je als de beste. Er is zelfs geen woord tussen te krijgen en een autorit van een uur klets je met gemak vol.

Elke plek vond en vind je prachtig, zolang er maar kindjes zijn. De ballenbak. De peuterspeelzaal. Daarna de grote verandering: naar school. Nog meer kindjes en nog meer lol. Vorige zomer, nu bijna een jaar geleden, heb je het steegje achter het huis ontdekt. Al snel wist je achter welke tuinhekken kinderen wonen. Sinds die tijd is het een komen en gaan van kinderen. Het ooit zo saaie en stille steegje leeft ineens!

Een maand geleden heb je daar “met losse wielen” gereden: de zijwieltjes van je fiets omhoog gedraaid en daardoor zwevend in de lucht, een oefening in evenwicht. Want een vriendje kreeg een fiets zonder zijwieltjes en dus moest jij dat ook. Daarna de zijwielen eraf en vijf minuten later reden jullie al kletsend door de straat, met een rennende pappa en mamma ernaast. Eerst nog wat wiebelig, wat kleine problemen bij het wegrijden, en bochten maken was de eerste dag nog iets te hoog gegrepen. Inmiddels weet je niet beter. Je fietst alsof je nooit anders hebt gedaan.

Vooral in je eerste jaren ging alles in een razend tempo. Wat leert een mensenkind toch snel. De ene ontwikkeling volgt de andere op. Tegenwoordig heeft het tempo zich vertraagd, hoewel schijn bedriegt, want je verandert en verandert nog steeds. Ik heb inmiddels duizend dochters gehad. Misschien zelfs een miljard. Van tijd tot tijd lijk je een nieuw mensje te zijn geworden. Baby Laura ben ik voorgoed kwijt. Peuter Laura ook. Hoe lang mag ik kleuter Laura houden? Straks ga je naar de échte school, ook al heet het nu groep drie en schuif je slechts een lokaaltje op. En daarna? Weer een nieuw tijdperk. Weer een ander mensje. Ik denk er maar niet te veel bij na, nee, liever niet. Wat dan komt, dat is nog zó ver weg, dat zien we dan wel weer.

Eigenlijk zou ik je willen houden zoals je nu bent. Bevroren in de tijd. Of misschien nog even wachten, tot over een, twee, drie jaar. Misschien ben je dan nóg leuker. Of ben ik egoïstisch? Dat ik je wil vasthouden zoals je nu bent. Het is vast niet eerlijk tegenover jou. Vogeltjes moet je niet vasthouden. Ze moeten vrij kunnen vliegen waarheen ze willen. De wereld ontdekken. Of dicht bij huis blijven als ze daarvoor kiezen. Jouw verandering gaat gewoon door. Zoals je vandaag bent, zo zul je morgen niet meer zijn. Daar ben ik me op dit moment uiterst bewust van. Het is mooi weer en je speelt buiten. Het steegje is vol bedrijvigheid. Ik ga snel naar je toe, voor ik je kwijtraak.