Kinderen doen vaak prachtige uitspraken. In de loop van de tijd heb ik de opmerkelijkste van ons dochtertje Laura genoteerd. Veel zijn uit de tijd dat ze nog maar net begon te praten. Eind deze maand wordt ze alweer vijf jaar. Een mooi moment voor een korte terugblik.
‘Hij is niet stuk, hij is kapot.’
‘De grote speeltuin is gesloten en de kleine speeltuin is dicht.’
‘Ik ben kleiner dan mezelf.’
‘Koeien maken poep van koeienvlaai.’
‘Van mos maken ze mosterd.’
‘Vandaag is het overmorgen.’
‘Een baby kuikentje.’
Tijdens een klimpartij waarbij ik het klimrek ben, plaatst Laura haar voet op een plek waar ze dat beter niet kan doen. Even later vertelt ze met een wijs gezicht tegen wie het ook maar wil horen: ‘Pappa au van het balletje.’
Laura kan ons aardig bezighouden, het zou ons niet verbazen als ze later cheffin bij de Hema wordt. Af en toe verwijten we haar dat ze dingen zoekt, alleen maar om ons bezig te houden. ‘Je bent niet van de werkverschaffing!’ roepen wij dan. Even later krijgen wij dat – vrij vertaald – terug: ‘Hij is op zoek naar de werkverschaffing.’
‘Stukje kaas?’ vraagt Laura. Ik schud mijn hoofd. ‘Nee Laura, dat heb ik je net ook al gezegd. Ben je soms doof?’ Ze kijkt mij beledigd aan. ‘Ik ben niet doof, ik wil een stukje kaas.’
Tijdens de zomermaanden zitten we gezellig in de tuin. Een bakje chips en een bekertje drinken staan op een kinderstoel naast die waarop Laura zit. ‘Jij hebt een mooi tafeltje!’ zeg ik bewonderend. Ze kijkt mij verbaasd aan. ‘Is geen tafel, is een stoel.’
‘Kom je naar buiten, mamma?’ vraagt Laura. ‘Ik kan nergens zitten,’ antwoordt die na een korte blik door de tuin. Gelukkig heeft Laura overal een oplossing voor. ‘Je mag staan, hoor.’
Bij een kantoorboekhandel liggen allerlei kindertijdschriften netjes bij elkaar in een rek. Bij sommige bladen zit iets extra’s. Of is het andersom? In ieder geval vindt Laura dat ze aan een cadeautje toe is. Ik schud mijn hoofd. Ze begrijpt mij volkomen. ‘Nee, want bij die stiften moet je dat blad kopen,’ zegt ze wijs.
Tijdens het Sinterklaasjournaal blijkt het paard van Sinterklaas te zijn weggelopen. Ook het kanariepietje van een van de pieten is weggevlogen. Wat een rampen allemaal. Alleen luistert Laura niet altijd even aandachtig. ‘Wat is dat, een kanariepaardje?’ vraagt ze even later.
Tot slot de eerste woordjes de Laura ons, lang geleden alweer, heeft geprobeerd te leren. Vedilatof (ventilator), kaseria, boemba, peria (puzzel), kasassa, kassij (aanrecht), halli balli, skotbed (broek), boebi babbi (deur). Omdat ze vond dat wij niet snel genoeg leerden, heeft ze uiteindelijk toch maar besloten Nederlands te gaan praten.