Vaak heb ik mij betrapt gevoeld, als ik besluiteloos tussen de rekken met koopwaar in een winkel liep te scharrelen, aandachtig de omschrijvingen op alle zijden van een verpakking stond te lezen, of een doosje openmaakte om te kijken of de inhoud wel compleet was.
Mijn ervaring is dat dit soort handelingen steevast de aandacht van het winkelpersoneel trekken. Het zijn immers nogal verdachte omstandigheden. Een klant hoort na binnenkomst van een winkel lijnrecht op het benodigde artikel af te lopen, dit zonder aarzelen op te pakken en daarna rechtstreeks op de kassa af te stevenen.
Dralende mensen worden als verdacht gezien, dat laat een verkoper mij dikwijls duidelijk merken. Een klant als ik wordt opvallend in de gaten gehouden. De verkoper gaat bij voorkeur in een rek vlak naast mij – of liever nog in hetzelfde rek – doelloos wat staan schikken en herschikken.
Of hij gaat gewoon op wacht staan, met de armen over elkaar, duidelijk in mijn blikveld. Is dat onbeschoft? Volgens de verkoper niet. Mijn intenties zijn wat hem betreft overduidelijk. Hij hoeft mij alleen nog maar te betrappen. Loop ik dan maar geïrriteerd de winkel uit, opgejaagd door zijn starende ogen en kille blik, dan heeft hij erger kunnen voorkomen. Mensenkennis heet dat geloof ik.
Maar wat las ik kortgeleden? Er worden camera’s in winkels geïnstalleerd om het winkelpersoneel te observeren. Niet de klanten, nee het personeel! Zoals bij de kassa. Voorbeeldje? Nadat ik mijn emballagebonnetje heb afgegeven en daar wat munten voor in de plaats heb ontvangen, blijkt datzelfde bonnetje soms nog enkele malen aangeboden te worden. Door wie? Door de caissière.
Ik was nogal opgelucht toen ik dat bericht in de krant las. Eindelijk kon ik vol zelfvertrouwen een winkel in- en weer uitlopen. Na al die keren dat men mij ongevraagd een etiket heeft opgeplakt, dat men iets heeft durven suggereren dat niet waar is, staan de zaken er ineens heel anders voor.
Ik loop met opgeheven hoofd. Zodra ik een winkel inloop kijk ik onopvallend, maar wel zeer nauwlettend waar het personeel zich ophoudt.
Zijn ze druk bezig om klanten te helpen? Of staan ze ergens met elkaar te kletsen? Daardoor zie ik nu ineens regelmatig verdachte individuen die zich op onopvallende plekken en dito hoekjes ophouden. Zo zit er iemand tussen een paar de rekken op de grond, zogenaamd om de voorraad blikjes bij te vullen. Hij kijkt schichtig omhoog terwijl ik hem passeer. Achterin de winkel draait iemand de etiketten van alle potjes in het schap netjes naar voren. Ja ja, daar trap ik niet in!
Ik observeer het personeel en wel zo dat ze mij duidelijk zien en dus weten dat ik ze in de gaten houd. Ik kijk naar het plafond en knipoog naar de kleine zwarte camerabol die daar al jaren hangt. Ik laat ze merken dat ik ze door heb. Houd ze goed in de gaten, jongens!
Ik pak de boodschappen die ik vandaag nodig heb en leg ze duidelijk zichtbaar in mijn winkelwagentje. Ik heb geen geheimen. Ik kijk iedereen recht in de ogen. Ik kan straks met een gerust hart langs kassa, bewaking en alarmpoortjes.