Als je de sterrenhemel wilt fotograferen, maar ook als je in een stad of landschap met avond- en nachtfotografie aan de slag wilt, is het belangrijk dat je rekening houdt met de maan. De maan is ’s nachts wat de zon overdag is: een zeer felle lichtbron. In een stad valt dit minder snel op, maar zodra je een landelijke omgeving opzoekt, is het effect duidelijk zichtbaar in de omgeving. Je maakt dan heel andere foto’s als de maan aan de hemel staat. Wil je de sterrenhemel en in het bijzonder de Melkweg fotograferen? Dan kun je helemaal niet om de maan heen.
De invloed van maanlicht
De invloed van maanlicht op avond- en nachtfoto’s wordt vaak onderschat. Veel mensen hebben er geen idee van hoe enorm fel deze lichtbron is. Dat komt waarschijnlijk omdat we zo gewend zijn aan onze steden en dorpen met kunstverlichting (overal zijn straatlantaarns enzovoort). Zoek je een donkere plek op, wat in Nederland nog behoorlijk lastig is, dan merk je ineens hoeveel licht je dankzij de maan hebt.
Ver van de stad, op een plek zonder straatlantaarns en felverlichte gebouwen, is het intens donker als de maan niet aan de hemel staat. Je ziet amper iets van de omgeving. Hooguit wat vormen en silhouetten. Kom je op dezelfde plek terug als het ongeveer volle maan is? Dan zie je de omgeving ineens heel duidelijk. Je ziet zelfs kleuren, duidelijk afgetekende schaduwen en je kunt zonder veel moeite je weg vinden in het open terrein. Je hebt er niet eens een zaklamp bij nodig. Maanlicht volstaat.
Wil je de sterrenhemel en de melkweg in al zijn pracht vastleggen? Dan volstaat het niet om lukraak naar een donkere afgelegen plek af te reizen. Je moet vooral goed uitkienen wanneer je daar naartoe gaat. Oftewel, je moet zorgen dat de maan geen roet in het eten gooit. Bij nieuwe maan zijn de nachten het donkerst. De maan laat zich dan niet zien. Dit betekent dat je zo goed als de hele nacht (en/of avond in de winter) kunt fotograferen. Is het volle maan, dan heb je de meeste ‘lichtvervuiling’ en kun je praktisch gezien thuisblijven. Tussen deze twee uitersten in kan het alle kanten op. Vaak zijn er wel een aantal uurtjes ergens in de avond of de nacht waarin het donker genoeg is om je uit te leven. De maan bevindt zich dan nog onder de horizon.
Vandaar dat het bij avond- en nachtfotografie niet volstaat om je alleen in cameratechniek te verdiepen. Je moet ook een beetje begrijpen welke fasen de maan gedurende de weken doorloopt. Dus: waar en wanneer staat de maan aan de hemel en hoe fel schijnt hij dan.
Niet alleen voor sterrenfotografie is dat nuttige kennis. Ook bij ‘gewone’ nachtfoto’s heeft de maan veel invloed. In een landschap, maar zelfs midden in een grote stad als Amsterdam, Rotterdam, of Utrecht. Net als het weer en de luchtvochtigheid ook veel invloed hebben op hoe je foto eruit komt te zien. Vandaar dat ik daar in mijn workshops veel aandacht aan besteed. Je maakt met nieuwe maan bijvoorbeeld totaal andere foto’s dan met volle maan.
Maanlicht in de praktijk
Tijdens een verblijf in Zwitserland huurden wij een chalet hoog op een berg. Nou ja, hoog, het was iets van 1350 meter. Maar het chalet ligt aan de rand van een wintersportdorp. Straatlantaarns kennen ze er niet. Het was zomer en het dorp was nagenoeg verlaten. Slechts hier en daar was een verlicht chalet te zien en die bewoners maakten het gelukkig niet al te laat. Kortom, als ik rond elf uur ’s avonds de deur uitliep en een meter of twintig over een paadje liep, stond ik plotseling op een volledig verlaten alp.
Zonder maanlicht is het daar zo donker, dat je niet eens ziet waar je staat of loopt. Je bevindt je als het ware in een zwart gat. Ook als je ogen na ongeveer een kwartiertje aan het donker wennen blijft dat zo. Het is er zo donker, dat je zonder zaklamp letterlijk geen stap kunt verzetten. Tenzij je in een afgrond wilt kukelen.
Zodra de maan boven de horizon verschijnt wordt het ineens een ander verhaal. De alp, een handvol chalets, het bos op de berghelling, de bergen aan de overkant, het gras onder mijn voeten, alles is dan overduidelijk te zien. Je kunt perfect om je heen kijken en alles is prima herkenbaar. Ook kleuren zijn goed te zien en er tekenen zich duidelijk omlijnde schaduwen af op het groene gras van de alp.
Het lijkt net of het overdag is, maar dan met sterk gedimd zonlicht. Wat het in feite ook is. De maan weerkaatst immers zonlicht.
Van de sterrenhemel blijft nu alleen weinig over. Er zijn nog veel sterren te zien (zeker vergeleken met wat we in Nederland gewend zijn), maar stukken minder dan met nieuwe maan. De melkweg is nog wel te zien, maar heel vaag. Met het blote oog is het net alsof er een dunne veeg sluierbewolking hangt, de camera ziet er gelukkig meer van. De hemel is niet intens zwart, maar diepblauw.
Een avond/nacht met of zonder maanlicht levert daarmee compleet andere foto’s op. Elk met een andere/eigen sfeer.
Er echt zijn, het zelf beleven, blijft nog altijd het meest indrukwekkend.
Meer weten over avond- en nachtfotografie? Samen met Jeroen Horlings heb ik hier een boek over geschreven. Het is uitgebracht door uitgeverij Van Duuren Media. In het boek Avond- en nachtfotografie vind je alles wat je nodig hebt om ‘s avonds en ‘s nachts de prachtigste foto’s te maken.