Geplaatst op

Waarom ik niet in een fotoboek gepubliceerd wil(de) worden

Fotoboek Kees Krick Media

Eerder dit jaar kreeg ik het verzoek of een aantal van mijn Amsterdamse straatfoto’s in een prachtig fotoboek over Amsterdam gebruikt mochten worden. Uiteraard zag ik dat wel zitten. Toch heb ik besloten om het niet te doen. Waarom? Je leest het in dit artikel.

Leuke samenwerking

Het begon allemaal met een e-mail van een redacteur van een bekende uitgeverij van fotoboeken. Daarin werd gevraagd of ik met ze wilde samenwerken. Een vijftal foto’s die ze op mijn Instagram-account hadden gezien, wilden ze graag in het nieuwe fotoboek over Amsterdam gebruiken. In samenwerking ben ik (uiteraard) altijd geïnteresseerd, maar ook na de e-mail een paar keer opnieuw te hebben gelezen, snapte ik niet waarom er over een samenwerking werd gesproken.

Die zogenaamde samenwerking bestond er in mijn ogen alleen uit dat de uitgever mijn foto’s gratis in het boek wilde gebruiken. Als tegenprestatie zou mijn Instagram-naam bij elke foto vermeld worden en kwam mijn naam ergens achterin het boek in de lijst met fotografen te staan. O ja, ik kreeg ook nog een gratis exemplaar van het boek met een winkelwaarde van vijftig euro. Ik was verbaasd en beledigd tegelijkertijd. Wat had dit te maken met samenwerking in een boekproject? In mijn ogen ziet samenwerken er toch echt anders uit.

Bewijsexemplaar

Het kwam dus neer op: naamsvermelding en een gratis boek. Dat eerste lijkt misschien een waardevolle gunst, maar is simpelweg wettelijk verplicht. Je naam moet altijd vermeld worden. Het zou juist een probleem voor de uitgever zijn als ze mijn naam niet zouden vermelden. Het is een wettelijke verplichting, een recht dat je hebt, geen beloning of gunst. Daarnaast krijg je bij een publicatie altijd een gratis exemplaar van het blad of boek of de krant of wat het ook is. Dat heet een bewijsexemplaar. Krijg je het niet automatisch aangeboden, dan kun je er dus om vragen. Je mag op z’n minst een pdf-versie verwachten, bijvoorbeeld als een uitgeverij aan de andere kant van de wereld zit en de verzendkosten van een fysiek exemplaar onevenredig hoog zijn.

Onevenredig

Ik besloot niet op het verzoek in te gaan. Dat heeft niet alleen te maken met het ontbreken van een beloning of vergoeding. Want net als iedereen doe ik heus wel eens iets gratis of bijna voor niets. Je moet hierbij wel altijd goed afwegen wat je gratis doet, waarom je dat doet en voor wie het is. Het kan namelijk best zijn dat je een foto, illustratie of iets anders gratis weggeeft, maar dat je er alsnog allebei iets mee opschiet. Een win-winsituatie dus. Het moet in ieder geval om een redelijk verzoek gaan en dat is iets wat alleen jij per individuele situatie goed kunt inschatten. Heeft een ander onevenredig veel profijt van jouw gratis weggegeven foto, dan moet je je afvragen of je het handig hebt aangepakt.

Exclusief gebruik

De voorwaarden voor publicatie had ik ook zo mijn bedenkingen over. Met het contract dat ik moest tekenen gaf ik de uitgever toestemming om een aantal van mijn foto’s in het boek te gebruiken… maar niet alleen dat. Er werd gevraagd om exclusieve en onvoorwaardelijke toestemming. Exclusieve gebruik betekent – het woord zegt het al – dat de uitgever deze foto’s exclusief mag gebruiken. Door deze exclusiviteit kun je er zelf helemaal niets meer mee. Behalve misschien tonen op Instagram of je eigen website om (ook weer helemaal gratis) reclame te maken voor het boek. De foto’s mag je in ieder geval niet voor andere publicaties gebruiken, laat staan verkopen. Snel even vrijwel dezelfde foto’s schieten? Zo makkelijk kom je er natuurlijk niet onderuit.

Vrijwaring

Met het contract vrijwaar je bovendien de uitgever van elke aansprakelijkheid. Bij een claim ben jij dus volledig aansprakelijk. Per foto kun je daarom maar beter heel goed kijken of je hem wel voor een bepaalde publicatie wilt gebruiken. Stel dat iemand herkenbaar op een van je foto’s staat en die persoon vindt dat zijn of haar belangen geschaad worden. Of je hebt een gebouw, kunstwerk, of een ander object gefotografeerd waarop rechten rusten.

Zoals een architectonisch ontwerp. Bekende voorbeelden zijn de Erasmusbrug in Rotterdam, de verlichte Eifeltoren in Parijs en het Plutonium in Brussel. Heb je daar foto’s van, dan mag je die niet zomaar overal voor gebruiken. Mocht er een claim komen, dan draai jij daar voor op. In de praktijk valt het misschien wel mee en loop je maar een klein risico, maar je hebt er wel een contract voor getekend.

Volledig uit balans

Dus de uitgeverij mag jouw foto’s gratis en voor niets gebruiken. Exclusief en onbeperkt. Maar jij draait ervoor op mocht er iets misgaan. Leuke samenwerking is dat. De deadline voor inzending was behoorlijk krap en er liepen op dat moment veel (betaalde!) opdrachten, dus heb ik in eerste instantie niet gereageerd. Ik krijg regelmatig dit soort verzoeken en vaak loont het simpelweg de moeite niet om er serieus op in te gaan.

Het kost mij tijd en energie, ik erger mij een tijdlang aan de onzinnige argumenten die doorgaans gebruikt worden om mijn werk gratis in handen te krijgen en ik schiet er verder helemaal niets mee op. Kortom, ik reageer alleen als het een verzoek met potentie lijkt. Die zijn er namelijk ook. Er zijn mensen die je werk waarderen en het op waarde weten te schatten. Echt.

Alleen kreeg ik kort na het verstrijken van de deadline opnieuw een bericht. Men wilde mijn foto’s toch wel heel graag in het boek gebruiken en ik kon nog meedoen als ik snel was. Dus stelde ik alsnog een aantal vragen. Zoals of mijn interpretatie van de door hun genoemde “samenwerking” klopte. Het ging inderdaad alleen om gratis gebruik van mijn foto’s, met als “beloning” een bewijsexemplaar. Budget was er helaas niet, want tja, een boek maken is nu eenmaal heel duur en risicovol.

Onzin argumenten

Al in 2014 schreef ik het artikel Bedelen om een foto dat binnen enkele dagen compleet viraal ging binnen de fotografiegemeenschap en waar tot op de dag van vandaag zowel beroemde als onbekende Nederlandse fotografen regelmatig naar verwijzen zodra ze weer eens worden benaderd voor gratis beeldmateriaal. Lees het stuk vooral even door, dan hoef ik dat niet allemaal opnieuw in dit artikel toe te lichten.

Waar ik mij bij dit specifieke verzoek (wederom) enorm over verbaas, is het platgetreden pad van het altijd maar weer misbruikte argument dat er geen budget is. Het is je core business om fotoboeken uit te brengen (die je tot in “eeuwigheid” verkoopt, de kosten zijn grotendeels eenmalig) en abonnementen af te sluiten met onder andere hotels, maar je hebt er geen geld voor om ze te maken? Heb je dan nog wel bestaansrecht? Correctie, wat je bedoelt is dat je er alleen het geld niet voor over hebt om de mensen die de content aanleveren te betalen.

Want alle medewerkers van je uitgeverij worden wel gewoon betaald, net als de opmaker, de drukker, de leverancier van het papier en de inkten, de transporteur en straks de winkelier. Kortom, iedereen die betrokken is in het traject – van tekentafel tot winkelschap – verdient eraan. Behalve de fotografen – en dat terwijl het boek volledig om hun foto’s draait.

Het zijn niet hier en daar een paar foto’s die illustratief gebruikt worden in pagina’s lange artikelen. Nee, het zijn juist alleen maar paginagrote foto’s. Het is immers een fotoboek. De foto’s vormen 100% van de content – en juist die willen ze gratis hebben. Want… ze hebben er geen budget voor. Is dat niet “ietwat vreemd”? Zodra ik dit aangaf, hoorde ik ineens niets meer van de redacteur in kwestie.

Budget is altijd een keuze

Het is altijd een zakelijke afweging of je een boek of welk ander product dan ook uitbrengt. Wat kost het, wat verwacht je dat het oplevert, welke risico’s zijn er. Je kijkt onder de streep of het verstandig is om het te doen. Dat heet zakelijk denken. Budget is vervolgens niets meer dan een keuze. Waar heb jij geld voor over. Als ergens geen budget voor is, vind je het niet de moeite waard. Dan is het niet belangrijk. Want anders had je er wel budget voor gereserveerd. Over budget gesproken… deze uitgever is wel gevestigd in een van de duurste winkelstraat van Amsterdam.