Geplaatst op

Column: Net even anders

Het is klaar. De extra etage staat erop. Zomaar ineens is er een extra trap naar een plek waar je voorheen in regen en wind stond. Dak is veranderd in vloer. Twee nieuwe kamers, met veel extra ruimte waar wij hard aan toe zijn. Al vanaf de start van de bouw is het voor de buurt meer dan duidelijk, of althans, dat denkt men. Want Laura (6), dat arme meisje, is enig kind en zie: het huis wordt uitgebreid. Daar moet een reden voor zijn, knipoog, knipoog, ondeugende blikken. Hoe harder ik ontken, hoe meer de buren ervan overtuigd zijn dat er een baby op komst is.

Op de drempel van de bouwvakantie was het casco van de nieuwe tweede etage klaar. Na de vakantie volgde de afwerking van de binnenkant. Twee kamertjes opgetrokken uit regelwerk en gipsplaten. De bouwlieden vetrokken en lieten twee op schoenendozen lijkende ruimtes achter. Ondertussen wordt Elvira’s buik nauwlettend door de omgeving in de gaten gehouden.

Met pijn en moeite weven wij het nodige kluswerk rond de gebeurtenissen die het leven ons brengt. Ziek, misselijk en onderweg, verjaardagen, weekje vakantie, bezoek en op bezoek, fotopresentatie geven, cursusje volgen, dagje fotograferen met een collega fotograaf, en ga zo maar door. In meer weken hebben wij minder gedaan dan de vaklui, die slechts enkele weken nodig hadden om een complete opbouw vanaf de grond – lees het dak – op te trekken en er kamers in te timmeren.

Schuren van gevoegde naden, planken en plinten. Voorstrijk en nog eens voorstrijk – want gipsplaat zuigt. Latexverf en nog eens latexverf – want anders dekt het niet. Dan eindelijk de structuurverf. Daarna de plinten verven. Nog steeds is het niet af, zijn wij niet klaar. Er zijn nog steeds kale plinten en dito deuromlijstingen te zien. Dan moet het laminaat nog gedaan worden. Redden we dat allemaal in 2003? Ach, we hebben de tijd. De etage staat erop, dat is het belangrijkste. We hebben geen haast. Of is er een deadline, Elvira?

Een regenachtige zondagmorgen. De schuur gaat overhoop. Spullen worden naar het huis verplaatst. Een buggy. Kinderwagen. Badje op een standaard. Zouden de buren dan toch gelijk krijgen? Uit alle hoeken en gaten van het huis komen spullen tevoorschijn. Een box, logeerbedje, ledikant. Vuilniszakken vol kleren en speelgoed. De begane grond verandert langzaamaan in een pakhuis. Wat een bende, wat een geld.

Een vreemde auto rijdt voor. Er worden spullen ingeladen tot de kofferbak uitpuilt. Het past niet. Noodoplossing! Mijn auto komt erbij. Achterbank en wat al niet meer plat: zo’n ‘break’ heeft een enorme laadruimte, dus stouw maar vol! Dan is het zover. Alles gaat op transport naar Haarlem, waar Elvira’s achternicht een kindje verwacht.

Goh. Wat een ruimte hebben we ineens nu al die spullen weg zijn. Hadden we beter kunnen doen vóórdat we door ruimtegebrek gedreven een etage lieten bouwen. Eén ding is zeker. Ik denk dat het nu wel duidelijk is voor de buurt. Bij ons is er geen baby op komst.