Geplaatst op

Column: Bijna

Laura leest Chinees. Ik was verbaasd toen ze het zei, wilde het eerst ook niet geloven en toch is het waar. Knap hoor. Zes jaar nog maar en mijn dochter leest al Chinees.

Van onder de douche geeft ze mij een belangrijk advies. Als er nu een draak komt, of een leeuw, een tijger, of krokodil, dan moet je snel je kleren aantrekken. Naar beneden rennen, je jas en je schoenen aan. Dan naar buiten, want anders eet ‘ie je op.  Kijk, daar heeft een mens wat aan. Anders werd pappa toch mooi opgevreten, omdat hij niet weet wat te doen bij deze alledaagse gebeurtenis.

Vanmiddag is het tijd voor ons wekelijkse bezoekje aan wat ik de Bijlmerbajes noem, oftewel: zwemles in het Sloterparkbad. Want dat betekent: draaihekjes en pasjes, mannen met strenge blikken en een uit het oor bungelend draadje, en geen muur zonder beveiligingscamera. Het went. Toe nu toe komen we steeds weer buiten. Aan de andere kant, bij de bajes lukt dat ook wel eens.

Ondanks de vooruitbetaalde lessen moeten we toch elke week langs de kassa. Want zonder een ter plekke uitgereikt kaartje krijg je geen les. De kleurrijke bandjes mag je niet meenemen, dat is blijkbaar nodig om te voorkomen dat het hele gezin en de halve straat of wijk voor de prijs van één kind zwemles neemt.

‘De geldwagen is er,’ fluistert de blonde caissière tegen de roodharige caissière, ‘maar dat mag ik niet omroepen.’

“Pieter, k a s s a! Spoed!” schalt het daarop door de hal.

“De geldwagen is er, lummel,” roep ik nog voor de gein. Helaas staat de intercom nog aan.

Pieter is er opmerkelijk snel.

Laura zwemt haar baantjes. Aan de andere zijde van de ballenlijn zie ik een professionele zwemmer die als een speer door het water klieft, keert en daarna langs een rij onderwatercamera’s zoeft. Ik zie dat ook op allerlei beeldschermen in rekken volgestouwd met apparatuur die langs de waterkant staan. Er zijn blijkbaar veel computers nodig om zo goed te kunnen zwemmen.

De tribune is een soort betonnen Carré maar dan zonder al het pluche. Zelf zit ik op de bovenste rij, met gratis panoramazicht. Enkele etages lager zit een nogal sip kijkende mevrouw met een leren jas en een sjaal, twee mobiele telefoons, een schrijfblok en een pen. De ene mobiel piept en terwijl ze afwisselend luistert en spreekt, tikt ze op de tweede telefoon, klapt het eerste toestel dicht en schrijft iets in haar schrijfblok, met telkens een fikse witruimte na elke regel. Een lijvige agenda van formaat schrijfblok komt tevoorschijn. Een snelle krabbel. De telefoons moeten flinke accu’s hebben, want de ringtones lijken niet aan te slepen, ze blijven maar door de hal echoën. Soms houdt ze zelfs beide toestellen tegelijk tegen haar hoofd. Ze heeft het er maar druk mee.

Heet is het. Heet en vochtig. Op een winterse dag loop je hier zomaar Burgers Bush binnen, zo voelt het. En in de zomer, nou, je wilt het niet weten. Voor mij betekent dit op woensdagmiddag steevast een dun shirt met korte mouwen aantrekken en vooral heel stil zitten. Nog even en dan mag Laura afzwemmen. Eindelijk zonder bandjes het zwembad in!

Want dát mag tegenwoordig niet. Al kom je met tien volwassenen. Geen A: bandjes om. Het is moeilijk je kind te leren zwemmen met alle stroomversnellingen, watervallen en glijbanen. Een “ouderwetse” rechte bak met water is tegenwoordig nagenoeg onvindbaar. Oplettende mamma en pappa erbij? Nee hoor, de bandjes mogen nog steeds niet af. Waar mag het dan wel? In open water? Op zee, of in zo’n zandafgraving naast een nieuwbouwwijk waar dertig meter ijskoud water aan mijn dochter trekt en waar elk jaar wel iemand verdrinkt?

Na de zwemles snel nog even een kerstboom kopen en Chinees halen. De Belgische griep rukt op, lees ik in de krant tijdens het wachten op de meeneemmaaltijd. De voorlopers zijn inmiddels gesignaleerd. Ik neem mij voor om alvast voorbereidingen te treffen: straks sinaasappels en vitaminepillen kopen.

Er wordt luidruchtig gekucht. Ietsjes verderop, waar de afwasmevrouw met twee in rubber gehulde handen een bierglas staat te soppen. Ze hoest. Daarop volgt een geluid dat klinkt als een leeg blikje dat over straatstenen schraapt. Vervolgens sopt ze gewoon weer verder. Wel handschoenen aan, maar niet even een hand voor de mond houden…

Hoe zou het in de keuken zijn? Zijn daar ook voorlopers van de griep te bekennen? Nog maar een extra voornemen dan: na het eten extra sinaasappels persen. Laura onderbreekt mijn gepeins met de mededeling dat ze Chinees kan lezen. En inderdaad, het is waar. Chinees Restaurant staat er op de gevel. Chinees kan ze inmiddels lezen. Benieuwd wanneer Restaurant volgt.