Geplaatst op

Column: de Steeg

Opnieuw hebben nepagenten toegeslagen in Amsterdam. Argeloze Japanse toeristen worden meegelokt, waarna in een steegje een poging tot beroving wordt gedaan. De steeg der verwarring. De beroving loopt alleen heel anders af dan gepland.

Drie argeloze toeristen worden op de Dam aangesproken door twee geüniformeerde agenten. In een nabijgelegen steeg bekijken de nepagenten voor de vorm de papieren van de toeristen, waarna ze beschuldigd worden van het in bezit hebben van vals geld. Op het moment dat de Japanners hun geld aan de nepagenten willen overhandigen, komen net drie agenten de hoek om gewandeld. Zodra ze het tafereel zien, komen ze meteen in actie. De nepagenten slaan voor de naderende agenten op de vlucht. Eén van de agenten rent de bedriegers achterna. De ietwat verbouwereerde Japanners tonen hun papieren aan de tweede agent en de derde agent sommeert de Japanners hun geld en kostbaarheden aan hem te overhandigen.

Precies op dat moment komt de mobiele eenheid in het bekende donkerblauwe busje de hoek om gereden. Zodra de chauffeur het tafereel ziet stopt hij abrupt. Het waterkanon wordt ingezet om de agenten die geüniformeerde misdadigers blijken te zijn omver te blazen. De achterdeur van de wagen klapt open en een peloton ME-ers springt in allerijl uit de wagen, stormt op de drie op een hoopje liggende neppers af en knuppelt ze de steeg uit. De opper-ME-er en zijn chauffeur controleren vervolgens de papieren van de geschrokken Japanners en eisen al het papiergeld en de digitale camera’s op.

Een groep krakers die zojuist een opname van “eigen tuinhuis” heeft bijgewoond komt luid discussiërend de steeg in lopen. De twee ME-ers kijken verschrikt op. In een mum van tijd ligt het blauwe busje op zijn kant en is in brand gestoken. De groep stort zich luid schreeuwend op de achtergebleven ME-ers, die verklede bedriegers blijken te zijn. Daarna ontfermen ze zich over de toeristen, die met de rug tegen de muur apathisch in het oneindige staan te staren. De krakersaanvoerder raapt alle papieren van de grond, veegt ze schoon en droog aan zijn te wijde broek en geeft het terug aan de rechtmatige eigenaren. De Japanners buigen beleefd het hoofd, waarop de krakers met een snelle beweging het geld van de toeristen inpikken.

Een amfibievoertuig op weg naar de gaypride komt luid brullend de steeg inrollen. Nog luidere dancemuziek bonkt uit enorme speakers. De Japanners trekken op het ritme van de opzwepende beat hun donkerzwarte pakken uit, de smetteloos witte overhemden, de beige sokken vol gaten, tot ze in hun pikante ondergoed staan. De nep-Japanners wiegen met gespierde achterwerken, steken met leren banden vol metalen stekels versierde armen in de lucht, flirten met de (nep)krakers en overgieten zichzelf met glimmende olie. Terwijl de praalwagen langzaam de steeg uitrijdt, het groepje sensueel dansende nep-krakers en nep-Japanners in zijn kielzog, dwarrelen duizenden bankbiljetten als een wilde sneeuwbui door de nu verlaten steeg. Nepgeld. Dat spreekt voor zich.